gerechtigheid 1
Deze bezinning op de Al-kracht staat aan het begin van de juiste
levenshouding. Het nieuwe bewustzijn omtrent het doel dat erin pulseert, heet:
God wil goden!
Met deze verandering van onze houding ten aanzien van het leven, van onszelf en van de Eeuwige worden vier opgaven voor ons geplaatst, die wij op deze trede dienen te volvoeren - en wel gaat het erom ons de navolgende eigenschappen of innerlijke gerichtheden, door volhardende oefening, tot een tweede natuur te maken: gerechtigheid, zelftucht, gelijkmoedigheid en aanvaarding.
EERSTE OPGAAF: GERECHTIGHEID
De juiste levenshouding openbaart zich allereerst in de deugd der gerechtigheid - in het op de rechte wijze gericht zijn op het eeuwige.
E: "De gerechte blijft zichzelf altijd gelijk. Hoezo? Wel, wie over het ene nog verheugd is en over het andere bedroefd, wie nu eens blij is en dan weer neerslachtig, die is nog ver van de juiste weg verwijderd. Wie de gerechtigheid werkelijk liefheeft, die staat daarin zo onwankelbaar; wat hij liefheeft dat is zijn wezen, niets kan hem daarvan afbrengen, op niets anders let hij.
Wie gerecht is, hem kan leed en ongemak net zo min aantasten als het God aantast. De gerechtigheid verandert voor zo een alles in vreugde en lust. De ongerechtigheid kan hem niet deren, want al het eindige ligt ver beneden zijn voeten en oefent generlei invloed meer op hem uit.
Zijt gij gerecht, dan is ook uw handelen recht. Verwacht uw heil dus niet van het doen, maar van het zijn. Want de werken heiligen ons niet; wij moeten de werken heiligen. In zoverre wij juist gericht zijn, heiligen wij al ons handelen - of het nu eten, slapen, waken of wat ook is".
K.O. Schmidt
Voor alle duidelijkheid wat E (Eckhart) hier zegt, dat kun je natuurlijk niet doen. Dan wordt t n forceren een verkrampen. Maar in n openheid voor wat al recht is al recht-vaardig is zal alles recht gemaakt worden, daar komt t op neer. En dan is bovenstaande een vanzelfsprekendheid je natuurlijke Zijn. :)))
lieve warme groet Kagib
Met deze verandering van onze houding ten aanzien van het leven, van onszelf en van de Eeuwige worden vier opgaven voor ons geplaatst, die wij op deze trede dienen te volvoeren - en wel gaat het erom ons de navolgende eigenschappen of innerlijke gerichtheden, door volhardende oefening, tot een tweede natuur te maken: gerechtigheid, zelftucht, gelijkmoedigheid en aanvaarding.
EERSTE OPGAAF: GERECHTIGHEID
De juiste levenshouding openbaart zich allereerst in de deugd der gerechtigheid - in het op de rechte wijze gericht zijn op het eeuwige.
E: "De gerechte blijft zichzelf altijd gelijk. Hoezo? Wel, wie over het ene nog verheugd is en over het andere bedroefd, wie nu eens blij is en dan weer neerslachtig, die is nog ver van de juiste weg verwijderd. Wie de gerechtigheid werkelijk liefheeft, die staat daarin zo onwankelbaar; wat hij liefheeft dat is zijn wezen, niets kan hem daarvan afbrengen, op niets anders let hij.
Wie gerecht is, hem kan leed en ongemak net zo min aantasten als het God aantast. De gerechtigheid verandert voor zo een alles in vreugde en lust. De ongerechtigheid kan hem niet deren, want al het eindige ligt ver beneden zijn voeten en oefent generlei invloed meer op hem uit.
Zijt gij gerecht, dan is ook uw handelen recht. Verwacht uw heil dus niet van het doen, maar van het zijn. Want de werken heiligen ons niet; wij moeten de werken heiligen. In zoverre wij juist gericht zijn, heiligen wij al ons handelen - of het nu eten, slapen, waken of wat ook is".
K.O. Schmidt
Voor alle duidelijkheid wat E (Eckhart) hier zegt, dat kun je natuurlijk niet doen. Dan wordt t n forceren een verkrampen. Maar in n openheid voor wat al recht is al recht-vaardig is zal alles recht gemaakt worden, daar komt t op neer. En dan is bovenstaande een vanzelfsprekendheid je natuurlijke Zijn. :)))
lieve warme groet Kagib
Reacties