niet het leven ontvluchten

Het gaat niet om een afkeer van het leven, maar om een zegevierend meester worden over het bestaan, in het bewustzijn van de in ons wonende kracht! Indien god de geest des levens is, naderen wij Hem het zekerst door het leven te aanvaarden en onze taken in dit leven zo volkomen mogelijk te volbrengen. Niemand kan zich aan de strijd des levens onttrekken, maar iedereen kan hem verwezenlijken en doorlichten, zodat hem de verheven bedoeling van de worsteling op aarde bewust wordt - een steeds weer gelukkig makende ervaring. Hoe duister de wereld ook mag lijken - wij zijn er in geplaatst om de ruimte om ons heen te verlichten. Wie zo denkt en leeft, die leeft intenser en rijker, omdat zijn bewustzijn en leven vermeerderd zijn met het oneindige bewustzijn en leven.

De juiste levenshouding leidt tot het gewaar worden van een diepere werkelijkheid dan wij tot dusver kenden. Wij hebben dus te maken met een tweevoudige opgaaf: ten eerste gaat het om een bewust JA zeggen tegen het leven, dat wij als goddelijk dienen te erkennen; ten tweede gaat het om ons gewaar worden van het innerlijke leven, indien wij ons bewust willen worden van onze werkelijke plaats in het bestaan.
Wij dienen te erkennen dat wij kinderen van de Eeuwige zijn. Hij wil dat wij ons leven volmaakt gestalte geven: verheven en lichtend, succesvol en groots. De gehele schepping is gericht op de mens, Gods evenbeeld, en de mens zelf richt zic op de Godheid. Dit kindschap Gods openbaarde zich niet slechts in één enkele mens, maar doet dit voortdurend en in een ieder die de weg tot God tot het einde gaat.

E: God is niet alleen mens geworden in één afzonderlijk. Hij heeft de menselijke natuur in totaal aangenomen - woont dus in iedere mens. Ik beweer uit volle overtuiging; al het goede dat de heiligen hebben bezeten, ook Christus on Zijn mens-zijn, dat is ook van mij!
Nu zoudt ge mij kunnen vragen: wanneer ik in deze natuur reeds alles bezit wat Christus in Zijn mens zijn mij vermag te bieden, hoe komt het dan dat men Hem zo hoog plaatst en Hem zozeer vereert?
Dat komt doordat Hij een Boodschapper is geweest, ons door God gezonden en Hij ons onze zaligheid bewust heeft gemaakt: de zaligheid die Hij ons bracht, die was van ons!

Dit directe kindschap Gods moeten wij in onze gehele levenshouding tot uitdrukking brengen; wij moeten de handen uitstrekken naar een grootser leven dat in ons pulseert en naar zijn wezen goddelijk is, en tegelijkertijd het grootsere leven van het deelhebben aan het oneindige dat in ons leven van alledag is ingebed, erkennen en daarin en daaruit leven en werken. Het is de Geest des levens die ons leven met ons en door ons leeft; en wanneer wij vertrouwen in Hem stellen als de bron van onze kracht, bewijst onze kracht zich als onuitputtelijk.


K.O. Schmidt

Reacties

Populaire posts van deze blog

HET PAD

eigenwilligheid en de Wil

MYSTIEKE WEDERGEBOORTE