de uitnodiging 3

Het is het blijvende bij uitstek, het verdroogt niet, het vergaat niet, het behoudt eeuwig en eeuwig zijn frisheid en zijn oorspronkelijkheid, het licht der lichten, de kracht der krachten, de god der goden, de eeuwige beweging die is als stil, het niet te bevattene, het ondenkbare, het enig waarachtig werkelijke en daarin heeft de mens zijn oorsprong en hij kan het maar niet geloven.
O die mensen die met een verachtelijke glimlach bedanken voor de uitnodiging, o die rekenaars en bezitnajagers die denken dat het leven van de mens is als dat van een eendagsvlieg. O allen die denken dat de mens iets is dat uitgewist kan worden omdat ze gaan redeneren en vergelijken en van het menselijke leven een rekensommetje maken door zijn jaren op te tellen en te verzekeren dat het nu langzamerhand wel tijd wordt dat hij van de aardbodem verdwijnt. Hoe is het mogelijk dat men zo weinig van het leven weet. Dat men het niet vermoedt. Dat men stikt in zijn eigen vooroordelen en eigenwijsheid, dat men zich afscheidt uit het ene leven, dat men in werkelijkheid nooit kan verlaten en dat men zich druk maakt over het vergaan van werelden en mensen terwijl men toch het eeuwig zijn in zich zelf kan beleven. Alle leed is afscheid van het tijdelijke leven. Alle verdriet is verdriet om het gemis, om de verlorenheid, om de vereenzaming en het afstand moeten doen en het afscheid moeten nemen.

Hecht men zich niet aan zijn machtsgevoel, aan zijn leed, aan zijn ongeluk, aan zijn noden en zijn zorgen? Eén ogenblik per dag de uitnodiging aannemen en de gastheer niet laten staan. Eén moment aanbidding, liefde en overgave aan de ene die alles schenkt uit een oereeuwige bron. Verlaat daardoor in dat ogenblik de bitterheid en de onrust en de slavernij en de drukte en de teleurstellingen en alles wat de mens doet reiken naar de tegendelen. Verlaat de wereld der tweeheid in u zelf voor één enkele keer. Eén moment en het is geschied voor altijd. Eén keer ja tegen de gastheer en u hebt hem zijn woord gegeven voor eeuwig.
Want het bewegende leven, het zich niet hechtende, het uit zich zelf zijnde liefhebben is het voor altijd liefhebben, een liefde boven tijd en ruimte, een altijd daarin willen vergaan en opgenomen worden. Eén keer van de goddelijke dis eten, is er steeds weer naar terug gaan keren door de innerlijke woestijn, door alle twijfel, alle weerzin, alle tegenwerking. Ik kom heer, mijn gastheer, ik kom. Ik heb uw uitnodiging al zo lang gehoord. Ik kom zeker en laat mijn denken achter mij en mijn zelfingenomenheid, en mijn bezitsgevoel en mijn aanspraken op de dingen van deze wereld. Alle aanspraken laat ik varen door u te willen, de levende, de ene, de alomvattende, de oorzaak en oorsprong van al het zijnde. Voor u laat ik de verwarring varen, en mijn moede hoofd en mijn verslagen hart.

Barend van der Meer

De uitgesproken woorden:

http://www.megaupload.com/?d=KV86PPUM

Reacties

Populaire posts van deze blog

HET PAD

eigenwilligheid en de Wil

MYSTIEKE WEDERGEBOORTE