doorZien
Jezus zeide: Wie de wereld heeft gekend, heeft het lichaam gevonden en wie het lichaam heeft gevonden, hem is de wereld niet waardig.
Er is een moeilijkheid in de uitdrukking: het lichaam gevonden te hebben als je de wereld hebt gekend. Er wordt hier verondersteld dat een mens de wereld kan hebben en alles van de wereld kan doorzien. Dit is het niveau van het vergankelijke leven, dat we op alle mogelijke wijzen dagelijks kunnen beleven en dat tenslotte in de dood culmineert. Het gaat erom deze dood, die tot de wereld behoort, te doorzien en tot open deur te maken. Dit is natuurlijk geen doodscultus, maar het houdt wel in dat de mens ervoor moet leren sterven en zich dus dagelijks moet 'trainen' afstand te kunnen nemen van alles in de wereld dat zich met hem wil verstrengelen. Dit is een innerlijke aangelegenheid waardoor hij zich ervan bewust wordt wat niet van deze wereld is, en wat dan tegelijk het gegeven is dat hem in staat stelt 'de wereld te kennen'.
Daardoor wordt begrijpelijk dat het mogelijk is het lichaam te vinden dat niet van deze wereld is en dat ook over de zintuigen beschikt die niet van deze wereld zijn en die niettemin - juist daardoor - de wereld doorzien en aldus 'kennen'. Dit nu noemt Jezus: 'het lichaam vinden' waardoor de wereld hem niet waardig is. Want het gevonden lichaam, dat het geestelijk lichaam is, zal de onvergankelijke boodschap vertegenwoordigen waardoor ieder mens, die deze boodschap tot zich neemt en als zodanig in zich laat leven, wordt bevrijd, want in de uitdrukking die in de cultus zozeer geheiligd is: 'eet, dit is mijn lichaam' of 'want mijn vlees is waarlijk spijs', ligt het voor de hand dat het nooit het 'wereldse' lichaam en het 'wereldse' vlees mee bedoeld kan zijn. Immers de spijs is de boodschap, het levend woord. In Joh. wordt dit bevestigd door: 'Hetgeen uit het vlees geboren is, dat is vlees; en hetgeen uit de Geest geboren is, dat is Geest.'
Maar tegelijkertijd is geest de kracht die zich door het lichaam kan openbaren, niet de oer-kracht, noch de libido, maar de verhelderende en verlichtende kracht van de goddelijke geest die wederom in de mens tot werkzaamheid kan komen en die de wereld kent en het mensdom ondanks zichzelf doordringt. De uitdrukking dat het woord vlees geworden is, krijgt nu een bijzondere betekenis. Want daardoor wordt het vergankelijke lichaam als vlees de boodschap van Gods geest. Ja, de geest die tot vlees kan worden als 'Woord', maakt het licham tot drager der verlossingskracht. Aldus wordt de uitdrukking 'het lichaam' vinden hetzelfde als: de vrijmakende boodschap van de geest verstaan.
Het Hebreeuwse woord basar betekent zowel vlees, als een blijde boodschap brengen.
Deze spijs nu wordt door de wereld veracht. Maar de wereld is het complex van wereldmachten die de menselijke ziel in haar greep houdt en daarmede de geestelijke boodschap in het proces der bewustwording verhindert. Deze verhindering uit zich in een weergaloze tegenzin in en verachting van het innerlijke, verlichte en geestelijke leven, waaruit de meest hatelijke, liefdeloze en moordende, negatieve instelling voorkomt.
Hij die de wereld heeft gekend, heeft haar doorzien, doordat hij zich op weg begaf haar te doorlijden, en als gevolg haar te overwinnen. Hij ontkomt daardoor aan de wereld, misschien tot ergernis en woede van die wereld. Zij is er altijd op uit de geestelijke boodschappers te vernietigen. De lichamelijke wereldmensen geloven alleen in het uiterlijke, somatische lichaam en nooit in het lichaam als boodschapper, hoezeer het dan die betekenis ook hebben kan. Zij zijn zo bezeten dat zij er zich hysterisch druk over maken en er altijd mee doende zijn. De verblinde mensen zijn van zichzelve onbewust en kunnen niet begrijpen dat er een innerlijk leven is, een innerlijke lichamelijkheid in geestelijke zin. Hoe kan de wereld weten dat er nog iets is dat niet van deze wereld is? Daarom protesteert zij onmiddelijk en wijst zij deze dingen af.
Maar als iemand 'het lichaam heeft gevonden' kan hem naar zijn wezen niets meer deren. Naar wereldse ogen is hij natuurlijk sterfelijk. In de levende werkelijkheid kan men slechts zijn lichaam - ook al doet het dan dienst als boodschapper - vernietigen. Het innerlijke lichaam heeft de drempel van de dood reeds overschreden.
Barend van der Meer
De uitgesproken woorden:
http://www.megaupload.com/?d=B7KOEFDY
Er is een moeilijkheid in de uitdrukking: het lichaam gevonden te hebben als je de wereld hebt gekend. Er wordt hier verondersteld dat een mens de wereld kan hebben en alles van de wereld kan doorzien. Dit is het niveau van het vergankelijke leven, dat we op alle mogelijke wijzen dagelijks kunnen beleven en dat tenslotte in de dood culmineert. Het gaat erom deze dood, die tot de wereld behoort, te doorzien en tot open deur te maken. Dit is natuurlijk geen doodscultus, maar het houdt wel in dat de mens ervoor moet leren sterven en zich dus dagelijks moet 'trainen' afstand te kunnen nemen van alles in de wereld dat zich met hem wil verstrengelen. Dit is een innerlijke aangelegenheid waardoor hij zich ervan bewust wordt wat niet van deze wereld is, en wat dan tegelijk het gegeven is dat hem in staat stelt 'de wereld te kennen'.
Daardoor wordt begrijpelijk dat het mogelijk is het lichaam te vinden dat niet van deze wereld is en dat ook over de zintuigen beschikt die niet van deze wereld zijn en die niettemin - juist daardoor - de wereld doorzien en aldus 'kennen'. Dit nu noemt Jezus: 'het lichaam vinden' waardoor de wereld hem niet waardig is. Want het gevonden lichaam, dat het geestelijk lichaam is, zal de onvergankelijke boodschap vertegenwoordigen waardoor ieder mens, die deze boodschap tot zich neemt en als zodanig in zich laat leven, wordt bevrijd, want in de uitdrukking die in de cultus zozeer geheiligd is: 'eet, dit is mijn lichaam' of 'want mijn vlees is waarlijk spijs', ligt het voor de hand dat het nooit het 'wereldse' lichaam en het 'wereldse' vlees mee bedoeld kan zijn. Immers de spijs is de boodschap, het levend woord. In Joh. wordt dit bevestigd door: 'Hetgeen uit het vlees geboren is, dat is vlees; en hetgeen uit de Geest geboren is, dat is Geest.'
Maar tegelijkertijd is geest de kracht die zich door het lichaam kan openbaren, niet de oer-kracht, noch de libido, maar de verhelderende en verlichtende kracht van de goddelijke geest die wederom in de mens tot werkzaamheid kan komen en die de wereld kent en het mensdom ondanks zichzelf doordringt. De uitdrukking dat het woord vlees geworden is, krijgt nu een bijzondere betekenis. Want daardoor wordt het vergankelijke lichaam als vlees de boodschap van Gods geest. Ja, de geest die tot vlees kan worden als 'Woord', maakt het licham tot drager der verlossingskracht. Aldus wordt de uitdrukking 'het lichaam' vinden hetzelfde als: de vrijmakende boodschap van de geest verstaan.
Het Hebreeuwse woord basar betekent zowel vlees, als een blijde boodschap brengen.
Deze spijs nu wordt door de wereld veracht. Maar de wereld is het complex van wereldmachten die de menselijke ziel in haar greep houdt en daarmede de geestelijke boodschap in het proces der bewustwording verhindert. Deze verhindering uit zich in een weergaloze tegenzin in en verachting van het innerlijke, verlichte en geestelijke leven, waaruit de meest hatelijke, liefdeloze en moordende, negatieve instelling voorkomt.
Hij die de wereld heeft gekend, heeft haar doorzien, doordat hij zich op weg begaf haar te doorlijden, en als gevolg haar te overwinnen. Hij ontkomt daardoor aan de wereld, misschien tot ergernis en woede van die wereld. Zij is er altijd op uit de geestelijke boodschappers te vernietigen. De lichamelijke wereldmensen geloven alleen in het uiterlijke, somatische lichaam en nooit in het lichaam als boodschapper, hoezeer het dan die betekenis ook hebben kan. Zij zijn zo bezeten dat zij er zich hysterisch druk over maken en er altijd mee doende zijn. De verblinde mensen zijn van zichzelve onbewust en kunnen niet begrijpen dat er een innerlijk leven is, een innerlijke lichamelijkheid in geestelijke zin. Hoe kan de wereld weten dat er nog iets is dat niet van deze wereld is? Daarom protesteert zij onmiddelijk en wijst zij deze dingen af.
Maar als iemand 'het lichaam heeft gevonden' kan hem naar zijn wezen niets meer deren. Naar wereldse ogen is hij natuurlijk sterfelijk. In de levende werkelijkheid kan men slechts zijn lichaam - ook al doet het dan dienst als boodschapper - vernietigen. Het innerlijke lichaam heeft de drempel van de dood reeds overschreden.
Barend van der Meer
De uitgesproken woorden:
http://www.megaupload.com/?d=B7KOEFDY
Reacties