verwantschap 1

Een vrouw uit de menigte zeide tot hem: Zalig is de schoot die u gedragen heeft en de borsten, die u gevoed hebben. Hij zeide tot haar: Zalig zijn zij, die het woord des Vaders gehoord hebben en het bewaard hebben in waarheid. Want er zullen dagen zijn, dat ge zeggen zult: zalig is de schoot die niet ontvangen heeft en de borsten die niet gezoogd hebben.

Jezus aanvaardt deze vorm van verering niet. Hij laat zich niet in het bijzonder tot zijn moeder binden en wijst door negatie de relatie af in de banden van het bloed. Want door zijn antwoord distantieert hij zich duidelijk van de moeder. Er is een heel andere kwaliteit van zaligheid die gelegen is in het bewustzijn van de innerlijke oorsprong waaruit het eeuwige leven opwelt. En hij brengt het barensproces terug tot een natuurlijke orde door te doen uitkomen dat er een zaligheid bestaat voor de schoot die niet ontvangen heeft en de borsten die niet gezoogd hebben. Want hiermede wordt - welk een verfijnde animale verrukking en bevrediging het feit van het baren en het zogen ook kan opleveren - toch duidelijk te kennen gegeven dat er een geheel andere gelukskwaliteit bestaat die niet van de natuurlijke lichaamsprocessen afhankelijk is en juist daarom tot een geheel andere zelfstandigheid behoort.

Natuurlijk behoeft die niet tot gevolg te hebben dat men nu afziet van zogen en baren en alles wat ermede samenhangt. Het één sluit het ander niet uit, ofschoon er zeer velen zijn die vinden dat dit niet samen kan gaan. De ondervinding leert dat dit een grote vergissing is. Hier liggen vele voetangels en klemmen, omdat direct een oer-angst om de hoek komt kijken en een eigenaardige vorm van zelfingenomenheid en ijdele deugdzaamheid, die toch in vele gevallen verkapte angstgestalten zijn. Jezus kan nergens van preutsheid verdacht worden, maar het zint hem toch niet om zich aan een moedercultus te onderwerpen, op welke wijze deze hem dan ook gepresenteerd wordt. Hij heeft toch immers de innerlijke contreien op het oog, waar het 'woord des Vaders' wordt vernomen en waarin de mens tot zijn oorsprong is teruggekeerd.

Deze contreien staan geheel buiten iedere bloedverwantschap. Het moet wel de indruk maken dat deze verwantschap door de daar verworven geesteshouding zich verlaten en verraden gevoelt, juist omdat iedere gebondenheid er wordt opgeheven. Op de bruiloft in Kana voegt Jezus zijn moeder toe, wanneer deze de opmerking maakt dat er gebrek is aan wijn: 'Vrouw wat heb ik met u van node'. Niemand kan zich hier aan de indruk onttrekken dat de verandering van water in wijn, die aanstaande is voor de aanzittenden, de mogelijkheid inhoudt van een radicale verlossing van alle banden des bloeds, waardoor de mens tot een louter zichzelf-zijn wordt terug gebracht. Anders zou het een zinloze, tactloze en tov de moeder, een liefdeloze opmerking zijn geweest.

Barend van der Meer

De uitgesproken woorden:

http://www.megaupload.com/?d=5TRO2EDB

Reacties

Populaire posts van deze blog

de golf en de oceaan

NIETS ZIJN

KARMA NEMESIS