het beeld 4
Nooit en te nimmer zal de mens dit mysterie bevatten kunnen, maar hij, de mens, het 'niets' der schepping, het middelpunt uit dat 'niets', brengt uit zich voort een gestalte tot begrip, tot gemeenzaamheid, tot aanbidding en tot liefde. Hij, de mens, vermag uit het 'niets' alles te formeren waarmede zijn geest zich bezig houdt. Hij verneemt het 'Woord uit den Beginne', hij ontvangt het leven als het 'licht der mensen', hij is het die ontdekt dat er een ondoorgrondelijkheid is en dat uit die ondoorgrondelijkheid het te doorgronden woord opklinkt, te doorgronden omdat het zich voor hem bevattelijk maakt in die zin dat hij het bevatten, in zich opnemen kan, ja, er zich geheel mede vervuld kan gevoelen, alsof hij zijn lichaam als het volstromend vat ervaart.
Zo ontdekt hij zijn ziel als een gestalte - een beeld, groeiend en veranderend, trillend en oneindig levend en levendig, een lichtgestalte, een lichtend beeld dat in zich een eeuwige werkelijkheid omdraagt, ontleend aan het ongrijpbare, onvatbare en voor hem ongevormde.
Aan het ongevormde ontleent de mens vorm, het ongevormde dat hij niets noemt en dat toch tegelijk de grond is voor alles wat hij vorm geeft. Dat doet de mens. Aan de bron van licht laaft hij zich en vormt hij met die lichtsubstantie nieuwe gestalten van zijn ziel. Deze lichtsubstantie die in hem werkzaam is als zich mededelend bewustzijn, als zijn eigenlijke geest heeft hij betrokken uit de Al-ene, uit de oceaan der godheid.
Het is deze geestelijke lichtsubstantie waaruit hij zijn innerlijke licht-beelden in hoge mate levend en van een bijzondere kracht formeert of waaruit zij in hem, al naar zijn eigen onuitwisbare goddelijke structuur, in de nieuwe wetmatigheid en de eeuwige ordening der goddelijke schepping ontstaan. Daardoor ontdekt de mens, juist door de nieuwe licht-gestalten een nieuw land, een rijk dat niet van deze wereld is, maar dat toch ook onafscheidelijk in deze wereld werkzaam is.
Barend van der Meer
De uitgesproken woorden:
http://www.megaupload.com/?d=S20C8056
Zo ontdekt hij zijn ziel als een gestalte - een beeld, groeiend en veranderend, trillend en oneindig levend en levendig, een lichtgestalte, een lichtend beeld dat in zich een eeuwige werkelijkheid omdraagt, ontleend aan het ongrijpbare, onvatbare en voor hem ongevormde.
Aan het ongevormde ontleent de mens vorm, het ongevormde dat hij niets noemt en dat toch tegelijk de grond is voor alles wat hij vorm geeft. Dat doet de mens. Aan de bron van licht laaft hij zich en vormt hij met die lichtsubstantie nieuwe gestalten van zijn ziel. Deze lichtsubstantie die in hem werkzaam is als zich mededelend bewustzijn, als zijn eigenlijke geest heeft hij betrokken uit de Al-ene, uit de oceaan der godheid.
Het is deze geestelijke lichtsubstantie waaruit hij zijn innerlijke licht-beelden in hoge mate levend en van een bijzondere kracht formeert of waaruit zij in hem, al naar zijn eigen onuitwisbare goddelijke structuur, in de nieuwe wetmatigheid en de eeuwige ordening der goddelijke schepping ontstaan. Daardoor ontdekt de mens, juist door de nieuwe licht-gestalten een nieuw land, een rijk dat niet van deze wereld is, maar dat toch ook onafscheidelijk in deze wereld werkzaam is.
Barend van der Meer
De uitgesproken woorden:
http://www.megaupload.com/?d=S20C8056
Reacties