de wil tot Liefde 2
O zeker, we begrijpen heel goed dat dergelijke inzichten, omdat ze niet direct glashelder zijn, niet gewenst zijn om de eenvoudige reden dat zij niet stroken met de machten die er belang bij hebben, dat mensen in onwetendheid blijven verkeren en in lijden verwikkeld moeten blijven en onder bedreigingen van vervloekingen moeten leven, als zij niet gehoorzaam willen zijn. Stel u voor, dat we de moed hadden te gehoorzamen aan de ontwakende kracht der geestesvonk die de eerste lichtstraal vertegenwoordigt van de onnoemelijke lichtzon die God is.
Nee, nee, het is geen filosofie noch theologie, het is geen denkwetenschap en heeft als erkenning niets te maken met ons brein. Maar dit eerste ontwaken kan gevoeld, ja geschouwd worden en op innerlijke wijze worden waargenomen. We noemen het zelfs geen mystiek.
Is een zonsopgang mystiek? Een bliksemstraal? Een berg met eeuwige sneeuw? Geloof mij, er zijn ogen die oneindig helderder zien dan onze zintuiglijke ogen, en oren, die meer horen dan de zintuiglijke oren. Niet voor niets is de geestesvonk waaruit het zelfgevoel zich ontvouwen kan vergeleken met een bloemknop.
Dit is het wat het voor vele mensen zo onmogelijk maakt, daar het alleen maar vergelijkenderwijs mede te delen is. De taal der ziel is ongetwijfeld poëzie en wie houdt daar nu eigenlijk van. Er zijn leringen die spreken over het gouden ei, de hiranyagargha dat aandacht en wilsgerichte liefde behoeft het nieuwe wezen eruit te wekken. In het boek van 'de gouden bloesem' wordt een grote plaats ingeruimd voor de broedende hen die luistert of de tijd aanbreekt waarop de kuikens verschijnen. Of er is sprake van goddelijk zaad waaruit het diamenten lichaam verrijst. En hoeveel aandacht wordt niet betoond aan het geheim van de ontluikende lotus. 'Om Mani Padme Hum'. Hoe ontkomen we aan die grote gestalten die zo gigantisch voor ons verrijzen kunnen dat wij er toe verleid worden ze mateloos te vereren.
Hoe meer de uiterlijke vorm wordt vereerd en gehuldigd des te groter is het gevaar dat de gave der innerlijke beleving erdoor wordt belemmerd. We weten het wel. De meester heeft gezegd, de meester heeft gezegd... maar wat heeft het eigen hart gezegd? Wat betekent de diepe erkenning en herkenning van het gezegde? Want hier begint het toezien en het werkelijke horen en geldt het merkwaardige voorschrift: 'voordat de ogen kunnen zien moeten zij onvatbaar zijn voor tranen en voor de oren kunnen horen, moeten zij hun gevoeligheid verloren hebben'. Een voorschrift dat voorzichtig aanvaard moet worden omdat het gevoelloosheid zou suggereren, wat in genen dele het geval is. Het gaat hier om een hegemonie, een opperste leiding van de geestelijke wil over alle aandoenngen die onze zinnen kunnen veroorzaken. Dat betekent: het instandhouden van de hoogste gevoeligheid, want hierop berust een geheel nieuwe waarneming.
Barend van der Meer
De uitgesproken woorden
Nee, nee, het is geen filosofie noch theologie, het is geen denkwetenschap en heeft als erkenning niets te maken met ons brein. Maar dit eerste ontwaken kan gevoeld, ja geschouwd worden en op innerlijke wijze worden waargenomen. We noemen het zelfs geen mystiek.
Is een zonsopgang mystiek? Een bliksemstraal? Een berg met eeuwige sneeuw? Geloof mij, er zijn ogen die oneindig helderder zien dan onze zintuiglijke ogen, en oren, die meer horen dan de zintuiglijke oren. Niet voor niets is de geestesvonk waaruit het zelfgevoel zich ontvouwen kan vergeleken met een bloemknop.
Dit is het wat het voor vele mensen zo onmogelijk maakt, daar het alleen maar vergelijkenderwijs mede te delen is. De taal der ziel is ongetwijfeld poëzie en wie houdt daar nu eigenlijk van. Er zijn leringen die spreken over het gouden ei, de hiranyagargha dat aandacht en wilsgerichte liefde behoeft het nieuwe wezen eruit te wekken. In het boek van 'de gouden bloesem' wordt een grote plaats ingeruimd voor de broedende hen die luistert of de tijd aanbreekt waarop de kuikens verschijnen. Of er is sprake van goddelijk zaad waaruit het diamenten lichaam verrijst. En hoeveel aandacht wordt niet betoond aan het geheim van de ontluikende lotus. 'Om Mani Padme Hum'. Hoe ontkomen we aan die grote gestalten die zo gigantisch voor ons verrijzen kunnen dat wij er toe verleid worden ze mateloos te vereren.
Hoe meer de uiterlijke vorm wordt vereerd en gehuldigd des te groter is het gevaar dat de gave der innerlijke beleving erdoor wordt belemmerd. We weten het wel. De meester heeft gezegd, de meester heeft gezegd... maar wat heeft het eigen hart gezegd? Wat betekent de diepe erkenning en herkenning van het gezegde? Want hier begint het toezien en het werkelijke horen en geldt het merkwaardige voorschrift: 'voordat de ogen kunnen zien moeten zij onvatbaar zijn voor tranen en voor de oren kunnen horen, moeten zij hun gevoeligheid verloren hebben'. Een voorschrift dat voorzichtig aanvaard moet worden omdat het gevoelloosheid zou suggereren, wat in genen dele het geval is. Het gaat hier om een hegemonie, een opperste leiding van de geestelijke wil over alle aandoenngen die onze zinnen kunnen veroorzaken. Dat betekent: het instandhouden van de hoogste gevoeligheid, want hierop berust een geheel nieuwe waarneming.
Barend van der Meer
De uitgesproken woorden
Reacties
Tijdje Kagibje lezen en daarna wellicht aanschaffen als naslagwerk.
;-)
Vriendelijk bijna weekend groetje.