de mens kan niet sterven 5
Het is wel te begrijpen dat het lichaam zijn wensen en zijn begeren met zich draagt en dat het niet de weg is het van deze wensen en verlangens af te snijden. Maar wij zouden tegelijkertijd weten hoe het mogelijk is dat de kracht van ons inzicht en het liefdevolle begrip uit de levenseenheid ook het lichaam verzoent met alles wat het heeft te derven, omdat het tevens deel krijgt aan de inwonende 'God', de schechina, die ook voor het lichaam een grote glans en vreugde oplevert, op een wijze die zijn weerga niet heeft.
Want als een mens gelukkig is, om het maar huiselijk te zeggen, vergeet hij meer te wensen en meer te willen, omdat dit geheel in strijd zou zijn met zijn geluk. Immers dit geluk, ik zei het reeds, is van een kwaliteit die ons zeer stil en zeer dankbaar maakt, al is het onbegrijpelijk dat er een vermogen in geborgen is dat de opstandigheid van de menselijke gevoelens, de haat van zijn machteloosheid en de verachting van het heersende bederf teniet doet.
Het is vooral de druk van onze gedachten waaronder wij gebukt kunnen gaan en naarmate wij hiervan verlost worden, wat gepaard gaat met heerschappij over onze eigen voorstellingen, ontstaat door de ontspanning en verruiming een innerlijk gevoel van geluk en kracht. Ook krijgt het woord 'vooringenomen' hier zijn werkelijke betekenis. Want voor-ingenomenheid en vooroordeel scheppen die eigenaardige toestand van afgescheidenheid in ons bewustzijn, waardoor dit belemmerd wordt aan genoemde ruimte deel te krijgen, met het gevolg van een bevangenheid die tot frustraties en geremdheden leiden kan.
De innerlijke vrijheid die wij op het oog hebben, geldt voor de innerlijke kracht van het leven waarvan de bron in onszelf aanwezig is. Ja, wij kunnen tot de ervaring komen dat wij die levensbron zelf zijn. Het is alsof dat zelf een openheid is geworden, waardoor het al-ene leven een werkzame gestalte krijgt.
Het is een onzegbare belevenis, omdat deze ons een innerlijke stilte en vreugde verschaft, die de ware oorsprong van onze menselijkheid blijkt te zijn. Hierin ligt het geheim van de wedergeboorte, de opstanding en het leven, waardoor wij de onophoudelijke verbinding gevoelen met onze oorsprong, terwijl wij tegelijkertijd doordrongen worden van de gewaarwording dat dit er altijd - in alle eeuwigheid al - is geweest. Hierin worden wij onze onvernietigbaarheid gewaar en een levensbesef waarin wij alle mensen wel zouden willen opnemen en hun toeroepen: 'weet toch wat je eigenlijk bent naar je waarlijke afkomst en oorsprong'. Een uit God voortstromend leven dat, zodra dit zich aan je bewustzijn aankondigt, je ervan doordringt een niet te onderbreken, uiterst subtiele, voortdurend ritmisch stromende, gestalte te bezitten, waarin je zelfbewustzijn tegelijkertijd geworteld is en die je dus zelf bent.
Het is het ware Ik dat de kleur geeft aan onze persoonlijkheid, die in dit proces van bewustwording zich al meer en meer gaat richten volgens deze oorspronkelijkheid en op die wijze een voortdurende realisering wordt van de kracht en de licht-kwaliteit van het Zelf.
Dit uiterst werkzame beginsel, dat het onverbrekelijke verbond met de Godheid vormt, maakt de mens tot wat hij is: een voortdurend zich meer en meer bewuster wordend leven uit zijn Goddelijke oorsprong, waardoor hij tenslotte de overbrugging wordt van de afgrond die hij eens zelf veroorzaakte en waaruit de spokerijen van zijn lijden, de begoochelingen van zijn angsten, de verscheurdheden en verbrijzelingen van zijn ellenden als evenzovele begoochelende en hypnotiserende machten worden teniet gedaan. Hierin ligt het scheppingsproces van de nieuwe mens besloten dat in zijn verdere ontwikkeling geen einde heeft, een weg tot in het eeuwige leven, waarin de dood een voorbijgaande schaduw is. Dit is de heilsweg van ieder mensenkind.
Barend van der Meer
De uitgesproken woorden
Want als een mens gelukkig is, om het maar huiselijk te zeggen, vergeet hij meer te wensen en meer te willen, omdat dit geheel in strijd zou zijn met zijn geluk. Immers dit geluk, ik zei het reeds, is van een kwaliteit die ons zeer stil en zeer dankbaar maakt, al is het onbegrijpelijk dat er een vermogen in geborgen is dat de opstandigheid van de menselijke gevoelens, de haat van zijn machteloosheid en de verachting van het heersende bederf teniet doet.
Het is vooral de druk van onze gedachten waaronder wij gebukt kunnen gaan en naarmate wij hiervan verlost worden, wat gepaard gaat met heerschappij over onze eigen voorstellingen, ontstaat door de ontspanning en verruiming een innerlijk gevoel van geluk en kracht. Ook krijgt het woord 'vooringenomen' hier zijn werkelijke betekenis. Want voor-ingenomenheid en vooroordeel scheppen die eigenaardige toestand van afgescheidenheid in ons bewustzijn, waardoor dit belemmerd wordt aan genoemde ruimte deel te krijgen, met het gevolg van een bevangenheid die tot frustraties en geremdheden leiden kan.
De innerlijke vrijheid die wij op het oog hebben, geldt voor de innerlijke kracht van het leven waarvan de bron in onszelf aanwezig is. Ja, wij kunnen tot de ervaring komen dat wij die levensbron zelf zijn. Het is alsof dat zelf een openheid is geworden, waardoor het al-ene leven een werkzame gestalte krijgt.
Het is een onzegbare belevenis, omdat deze ons een innerlijke stilte en vreugde verschaft, die de ware oorsprong van onze menselijkheid blijkt te zijn. Hierin ligt het geheim van de wedergeboorte, de opstanding en het leven, waardoor wij de onophoudelijke verbinding gevoelen met onze oorsprong, terwijl wij tegelijkertijd doordrongen worden van de gewaarwording dat dit er altijd - in alle eeuwigheid al - is geweest. Hierin worden wij onze onvernietigbaarheid gewaar en een levensbesef waarin wij alle mensen wel zouden willen opnemen en hun toeroepen: 'weet toch wat je eigenlijk bent naar je waarlijke afkomst en oorsprong'. Een uit God voortstromend leven dat, zodra dit zich aan je bewustzijn aankondigt, je ervan doordringt een niet te onderbreken, uiterst subtiele, voortdurend ritmisch stromende, gestalte te bezitten, waarin je zelfbewustzijn tegelijkertijd geworteld is en die je dus zelf bent.
Het is het ware Ik dat de kleur geeft aan onze persoonlijkheid, die in dit proces van bewustwording zich al meer en meer gaat richten volgens deze oorspronkelijkheid en op die wijze een voortdurende realisering wordt van de kracht en de licht-kwaliteit van het Zelf.
Dit uiterst werkzame beginsel, dat het onverbrekelijke verbond met de Godheid vormt, maakt de mens tot wat hij is: een voortdurend zich meer en meer bewuster wordend leven uit zijn Goddelijke oorsprong, waardoor hij tenslotte de overbrugging wordt van de afgrond die hij eens zelf veroorzaakte en waaruit de spokerijen van zijn lijden, de begoochelingen van zijn angsten, de verscheurdheden en verbrijzelingen van zijn ellenden als evenzovele begoochelende en hypnotiserende machten worden teniet gedaan. Hierin ligt het scheppingsproces van de nieuwe mens besloten dat in zijn verdere ontwikkeling geen einde heeft, een weg tot in het eeuwige leven, waarin de dood een voorbijgaande schaduw is. Dit is de heilsweg van ieder mensenkind.
Barend van der Meer
De uitgesproken woorden
Reacties