over kiezen geloven en willen 2

Ja, antwoordde ik, 'maar als ik je zo hoor spreken, kan ik jou beter vragen dan jij mij. Want jij weet wat je wilt en formuleert dat voor mij alsof wij hetzelfde willen. Want wie zou dat nu niet willen. Iets dat zo licht is dat al het donkere erin verdwijnt, dat van een onsterfelijke gelukzaligheid is, waarin al wat sterfelijkheid betekent, in het bewustzijn vergaat. Dit is toch niet voor een enkel mens alleen? Wat jij wilt, wil je voor allen, want wie zou dat nu niet willen?'
nee, zegt hij, 'zo is het niet. Er zijn miljoenen mensen, dit dit niet willen, omdat ze het niet kiezen en ze kiezen het niet, omdat ze er niet in kunnen geloven en ze geloven het niet, omdat ze bevangen zijn en omhuld door de macht van wat zij werkelijkheden noemen en die toch slechts de produkten zijn van hun eigen voorstellingen uit de wereld waarin zij leven. Wat ik je hier zeg vinden miljoenen al zo onwaarschijnlijk en zo onmogelijk, dat als je het teveel zegt, je kans loopt dat ze je een strik maken'.

'Dit kan toch niet? Hier spreek je jezelf tegen. Je zegt dat het een kwaliteit is die niet geschaad kan worden, die meer is dan al het andere, die de hoogste is, die een opperste gelukzaligheid betekent, dat dit als er een weinig van afstraalt in de mensenharten, die harten lichter en gelukkiger maakt. Wat zou hierin een strik betekenen? Dit kan, als je in de werkelijkheid ervan gelooft en in een daarmede overeenstemmende wereld, op geen enkele wijze geschaad worden en nooit ondergaan.'
'Het is waar en eigenlijk heb ik het zo gemeend als je het nu zegt. Ik ben ervan overtuigd dat dit mogelijk is. Het onmogelijke is mogelijk en ik zal het liefhebben boven alles, al kost het mij duizend levens'.
En ik antwoordde: 'mijn jongen, dan behoef ik je toch niets meer verder te vertellen. Ik zou het niet anders kunnen dan je het nu zelf doet'.

Het is mogelijk het te ontmoeten. Het verwekt een sterk verlangen. In het verlangen is een willen verborgen. In het willen zelf is de gezochte kwaliteit en daaruit komt het vermogen voort te kunnen opbrengen wat je zelf verlangt. Als het wakker geworden is - het is een ontwaken, een gewaarwording in de ziel - wordt het tot een lichte, zich onderscheidende kracht. Het verwekt een vreugde en een lachen van blijdschap. Het is iets stil zegevierends dat niet op het persoonlijke betrokken is. Alles wat zich tot het persoonlijke behoort, gaat zich opnieuw richten. De aanbrekende 'dageraad' ontwikkelt zich op een wijze die om-scheppend, zoekend en voortdurend veranderend, werkzaam is alsof een individuele vorm moet doorbreken volgens een eigen innerlijke, onveranderlijke aanwezigheid, zodat het de indruk maakt van een zich ontplooien als een evolutie.

Al het andere dat niet aan de voorgestelde groei van die innerlijke vorm beantwoordt - en dat is zeer veel - begint zich te verzamelen om de middelpuntskracht van het innerlijk willen. Het zeer vele buigt en richt zich volgens het ene. Dit is een geleidelijk zich doorzettend proces. De zielekrachten van het lichaam, de nephesh, die van het gemoedsleven, de ruach en de ontelbare krachten van de geestelijke ziel, de Neshama, richten en realiseren zich in een nieuw patroon waaruit de zich vernieuwende mens ontstaat.
Het is begrijpelijk, dat deze revolutionaire strijd zich niet zonder slag of stoot voltrekt. De ene kracht, die Godsliefde is, zet zich door en er is niets dat haar tegenhouden kan. Na de barensweeën volgt de verlossing.


Barend van der Meer

De uitgesproken woorden

Reacties

Populaire posts van deze blog

de golf en de oceaan

NIETS ZIJN

KARMA NEMESIS