alles bij het oude
Een groot dood dier dreef de rivier af. Er zat een stel gieren op, die stukken van het kadaver af rukten; ze hielden de andere gieren op een afstand tot ze verzadigd waren en vlogen dan pas weg. De andere zaten te wachten in de bomen en op de oevers, of bleven hoog in de lucht rondzweven. De zon was net op en de dauw lag nog in zware droppels op het gras. De groene velden aan de overkant van de rivier waren nevelig en de stemmen van de landarbeiders droegen heel helder over het water.
Het was een heerlijke morgen, alles was fris en nieuw. Een jong aapje speelde dicht bij zijn moeder tussen de takken. Hij rende een tak langs, sprong op een volgende en rende dan weer terug, of ging vlak bij de moeder op en neer springen. Haar verveelden al die bokkesprongen en ze kwam naar beneden en klom in een andere boom. Toen ze omlaag begon te klimmen rende het jong achter haar aan en klemde zich aan haar vast, waarbij het op haar rug klauterde of zich onder haar heen en weer slingerde. Het had nog maar zo'n klein gezichtje, met ogen die heel speels en geschrokken ondeugend keken.
Wat zijn we toch bang voor het nieuwe, het onbekende! We blijven liever binnen de beslotenheid van onze dagelijkse gewoontes, onze routines, onze ruzietjes en onze zorgen. We willen maar het liefst langs de oude vertrouwde lijnen denken, dezelfde weg volgen, dezelfde gezichten zien en dezelfde zorgen hebben. We houden er niet van vreemde mensen te ontmoeten en als het toch gebeurt, blijven we op een afstand en voelen we ons niet op ons gemak. En wat schrikken we niet als we een ongewoon dier tegenkomen!
We bewegen ons binnen de muren van ons eigen denken; en als we ons al eens naar buiten wagen, dan is dat altijd via een aanbouw aan diezelfde muren. We maken nooit ergens een eind aan; we koesteren altijd dat wat onafgebroken doorgaat. We dragen de lasten van gisteren mee van de ene dag naar de volgende; ons leven is één lange voortdurende beweging en onze geest is duf en ongevoelig.
Krishnamurti
Reacties