de sneeuwman



Er was eens een sneeuwpop.
Hij stond eenzaam en alleen in het land.
Een echt vrolijke sneeuwpop was het niet.
Zijn mond stond in een droevige grimas.
Uit zijn kooltjesogen sprak een ontzettende triestheid.
De meeste mensen liepen dan ook met een grote boog om hem heen. Ze vroegen zich af wie toch zo'n sneeuwpop heeft kunnen maken.
Af en toe was er wel een kindje dat met een klein stemmetje vroeg of het niets voor hem kon doen.
Nee, zei de sneeuwpop dan met een barse stem, er is niets aan de hand. Ik heb helemaal niemand nodig.
Het kindje geloofde er eigenlijk niet echt veel van, maar ja zo'n koude kille sneeuwpop is ook niet echt gezellig. Daarom liep het kindje uiteindelijk toch maar door, al keek die sneeuwpop nog zo verdrietig.

Nu was er ook iets heel vreemds met die sneeuwpop.
Hij smolt niet.
Hoe hard de zon ook zijn best deed, het hielp niks.
Het leek zelfs of de sneeuwpop daardoor nog steviger werd.
Al gauw stond er een hek om de sneeuwpop, want dat was toch wel een vreemd verschijnsel.
Vanaf een afstand stonden ze hem aan te kijken.
Niet te lang natuurlijk, want daar werd je maar koud van.

Op een dag ziet de sneeuwpop een klein meisje.
Ze heeft een geweldig grote knuffel, waar ze haar armpjes vol liefde omheen geslagen heeft. Ze ziet de sneeuwpop recht in de kooltjes aan. Andere mensen zien slechts deze kooltjes, maar het lijkt alsof bij haar de kooltjes af en toe veranderen in de mooiste en liefste ogen, die ze ooit gezien heeft.
Aangetrokken door deze ogen, klimt ze over het hek, en gaat recht voor de sneeuwpop staan.

Kan ik iets voor je doen lieve sneeuwman, vraagt ze.
De sneeuwman kijkt naar haar, met haar knuffel innig in haar armen. Hij kan het niet meer uithouden en vraagt zachtjes, met een bevende stem: "Zou je mijn hand willen vasthouden?"
Maar natuurlijk, zegt ze, en omvat met haar kleine vingertjes de sneeuwhand.
Dan gebeurd er iets wonderbaarlijks.
Terwijl ze zijn sneeuwhand nog vast heeft, beginnen er langzaam straaltjes water langs haar vingertjes te lopen, en het ijs smelt weg.
Nog wonderbaarlijker. De hand smelt niet helemaal weg, en even later houdt ze een warme mensenhand vast. Langzaam druppelen er tranen uit de sneeuwman zijn kooltjes, waardoor zijn sneeuwwangen op verschillende plaatsen wegsmelten. De kooltjes vallen naar beneden, en de twee liefste ogen kijken haar aan.
De sneeuwman zegt met een diepe zachte stem: "Zou je me nu eens willen vasthouden zoals je je knuffel vasthoudt?"
Vol blijdschap slaat het meisje haar armpjes om de sneeuwman heen, en drukt haar wang tegen zijn sneeuwbuik. Dan sluit ze haar ogen.
Langzaam smelt de sneeuwman verder weg.
Twee mensenarmen komen tevoorschijn, twee mensenbenen, een lief gezicht. De koude sneeuwbuik waar het meisje haar wang innig tegenaan gedrukt heeft, verandert langzaam in een warme mensenbuik met een zacht kloppend hart.

De man kijkt omlaag naar het meisje, bedankt meisje. Je hebt me bevrijd. Je hebt me werkelijk doen wegsmelten in je armen.
Het meisje zegt niets meer.
Ze glimlacht alleen maar.
Ze pakt zijn warme hand beet, en hand in hand lopen ze op de mensen toe, die alles met verbazing hebben zien gebeuren.

EINDE


Kagib

Reacties

Populaire posts van deze blog

de golf en de oceaan

NIETS ZIJN

KARMA NEMESIS