vergankelijk onvergankelijk afsluiting
Deze werkelijkheid kan alleen maar die mens deelachtig worden die de moed opbrengt ervoor te lijden en dit te ondergaan in de voortdurende overwinning die hij moet behalen op de gewone dingen van de dag. In die overwinning ligt de werkelijke vreugde van het leven en aan die strijd is alle leed en alle ontzegging zo nodig ondergeschikt.
Zoals door alle eeuwen heen de mensen ten strijde trokken en het harde leven van overwinningen en nederlagen moesten doorstaan, zich met doodsverachting op de vijand stortten en daaruit de roes der veroveringen bevochten, zo is het niet te verwonderen, waar het hier gaat om een heel ander en een veel hoger goed, dat de weg naar het heil toch niet gemakkelijk te begaan is. Zonder twijfel lijdt de hemel geweld en alleen die geweld gebruiken trekken hem tot zich. Dat is een woord dat eigenlijk voldoende zegt en dat niemand gelooft. Het geweld schrikt af, al wordt het, al doende, dan ook wel duidelijk dat hier een heel andere kracht bedoeld is dan die van moordlust, veroveringsintriges en machtsexpansies. Ja het zal zelfs zeer duidelijk worden dat zodra er zelfs maar een adem heerst van machtslucht, tirannie der ziel, fanatisme, of zielsverkrachtende geloofswaan, men het bedoelde geweld niet kent en zichzelve door dat woord heeft laten bedriegen.
Want het is nu eenmaal een feit dat geen mens deze weg gaat om een ander een genoegen te bereiden. Omdat het zo goed is of omdat men bezwijkt voor een of andere opgelegde dwang of dat men iemand daartoe zou kunnen overhalen. Iedere persoonlijke en collectieve bedoeling valt bij het begaan in het niet. Iedere intrige, iedere intellectuele spitsvondigheid, ieder bedachtzijn op een of ander voordeel, iedere persoonlijke voorkeur in een of andere situatie, ook de meest huiselijke, wordt gerangschikt onder de dingen die ondergeschikt moeten zijn en blijven aan de innerlijke koninklijke waardigheid van het rijk van de geest.
Afstand doen van alles terwille van de werkelijke heerschappij waardoor niets meer gekrenkt wordt en alle dingen op hun plaats gekomen zijn. Los zijn van ieder besef 'maar' een mens te zijn en elk gevoel van beklag of medelijden opschorten om deze plaats te doen maken voor het licht van het onnoemelijke. Er is geen schreien meer om eigen verdriet, er is geen uitzien meer naar voldoeningen die de mensen het leven en de vruchten van de arbeid noemen, er is geen gehechtheid meer aan de 'vrucht der eigen handelingen', er is niet de zoetheid van het intieme en strelende leven, niet meer de bezorgdheid van al of niet een dak boven je hoofd of waar het kind geboren worden moet.
Barend van der Meer
De uitgesproken woorden:
http://www.megaupload.com/?d=I2686ZMZ
Zoals door alle eeuwen heen de mensen ten strijde trokken en het harde leven van overwinningen en nederlagen moesten doorstaan, zich met doodsverachting op de vijand stortten en daaruit de roes der veroveringen bevochten, zo is het niet te verwonderen, waar het hier gaat om een heel ander en een veel hoger goed, dat de weg naar het heil toch niet gemakkelijk te begaan is. Zonder twijfel lijdt de hemel geweld en alleen die geweld gebruiken trekken hem tot zich. Dat is een woord dat eigenlijk voldoende zegt en dat niemand gelooft. Het geweld schrikt af, al wordt het, al doende, dan ook wel duidelijk dat hier een heel andere kracht bedoeld is dan die van moordlust, veroveringsintriges en machtsexpansies. Ja het zal zelfs zeer duidelijk worden dat zodra er zelfs maar een adem heerst van machtslucht, tirannie der ziel, fanatisme, of zielsverkrachtende geloofswaan, men het bedoelde geweld niet kent en zichzelve door dat woord heeft laten bedriegen.
Want het is nu eenmaal een feit dat geen mens deze weg gaat om een ander een genoegen te bereiden. Omdat het zo goed is of omdat men bezwijkt voor een of andere opgelegde dwang of dat men iemand daartoe zou kunnen overhalen. Iedere persoonlijke en collectieve bedoeling valt bij het begaan in het niet. Iedere intrige, iedere intellectuele spitsvondigheid, ieder bedachtzijn op een of ander voordeel, iedere persoonlijke voorkeur in een of andere situatie, ook de meest huiselijke, wordt gerangschikt onder de dingen die ondergeschikt moeten zijn en blijven aan de innerlijke koninklijke waardigheid van het rijk van de geest.
Afstand doen van alles terwille van de werkelijke heerschappij waardoor niets meer gekrenkt wordt en alle dingen op hun plaats gekomen zijn. Los zijn van ieder besef 'maar' een mens te zijn en elk gevoel van beklag of medelijden opschorten om deze plaats te doen maken voor het licht van het onnoemelijke. Er is geen schreien meer om eigen verdriet, er is geen uitzien meer naar voldoeningen die de mensen het leven en de vruchten van de arbeid noemen, er is geen gehechtheid meer aan de 'vrucht der eigen handelingen', er is niet de zoetheid van het intieme en strelende leven, niet meer de bezorgdheid van al of niet een dak boven je hoofd of waar het kind geboren worden moet.
Barend van der Meer
De uitgesproken woorden:
http://www.megaupload.com/?d=I2686ZMZ
Reacties