Dat 2

Het zelf is als functie onnoembaar. Het is een uit zichzelf rollend rad, zodra het in het bewustzijn is gewekt. Dàn kan een mens dat weten. Hij behoeft dat dus niet aan te nemen, maar alleen met hart en ziel te willen. Want tot de vernieuwing van het leven gekomen te zijn en bewust deel te krijgen aan de onsterfelijkheid ervan is iets dat men niet aan kan nemen, maar dat men slechts met hart en ziel kan willen. Anders is er geen kans dat men het beleeft.
Het is niet mogelijk dit leven aan te nemen, want het is er al, altijd en eeuwig. Men kan toch niet aannemen wat er al is? Het is dus iets van doen, van een direct beginnen, van een groot werk dat volbracht kan worden en dat in liefde geschiedt. Misschien moet dit willen ervoor wakker gemaakt worden, maar het kan toch ook zijn dat het als direct en onmiddelijk werkzaam aanwezig wordt ontdekt. Het heeft met het ons zeer eigene te maken en met niets dat buiten ons is. Ik bedoel: niet met het andere. 'Dat is nooit het andere, maar altijd het oereigene.

Dat uit zich zijnde leven is zeer dynamisch, dwz door inwendig, innerlijk levende kracht werkend en van een onafzienbaar vermogen. Ge behoeft maar over een weinigje ervan te beschikken en ge ontdekt dat het de kracht der krachten is, de waarlijke pistis (psteuein = geloven, vertrouwen). Het is dus niet een geloof van aannemen, maar een werkend, levend geloof dat uit het willen tot en het rotsvaste vertrouwen in de hoge bestemming van de mens als een directe werkzaamheid gelegen is. Alle andere 'geloven' en geestelijke hulp blijven machteloos, blijven anders machteloos. Door de voorwaarde van Jezus te vervullen, n.l. 'als gij dat in u zelve voortbrengt' kunnen we een enorme invloed uitoefenen op het onzichtbaar organisme van de geest dat het brandpunt, het middelpunt is van uw ziel.

'Dat' is zeer dynamisch. Hoe sterker de mens de wil tot leven doorzet, des te dynamischer wordt 'dat'. Met de wil tot leven wordt hier niet bedoeld een handhaving van zichzelf. Iets dat eeuwig is en waarlijk zichzelf, zal niet de behoefte kennen zich te handhaven. Het kent geen behoefte. Het is dus niet uit geldingsdrang dat de mens die wil doorzet.
Maar een ieder weet dat er vele uiterlijke en gemoedszaken zijn die hem willen ontmoedigen en belemmeren. Ontevredenheid door het zieke lichaam, en dit lichaam een te grote macht en invloed toekennen. Oorzaken van persoonlijke en teleurstellende aard omdat niet aan de wensen voldaan wordt, zonder welke hij, zo denkt menigeen, niet kan leven. Belangrijke dingen in verband met zijn levensomstandigheden en een maatschappelijke gang van zaken enz. Legio is het aantal redenen waardoor een mens het opgeeft en niet meer van het leven wenst te houden, in de zin van het niet meer te willen. Men geeft zich al spoedig gewonnen aan de sleur, wat eigenlijk zeggen wil, dat men zich liever mee laat sleuren door het lot waarvan men beweert dat het nu eenmaal zo is.

Barend van der Meer

De uitgesproken woorden:

http://www.megaupload.com/?d=88AEAVVN


Reacties

Walter zei…
Het blijft voor mij een soort geschenk "dat" ik hier hetgeen"dat" altijd al in mij leefde zo mooi verwoord zie.
Natuurlijk vanuit een eigen beleving, maar "dat" spreekt vanzelf!
Kagib zei…
Geweldig he, vind deze reeks ook erreg mooi en raken vibrerend. :)))

Komt er nog eentje. En paar zelfs hihihi

lieve warme groet Kagib

Populaire posts van deze blog

NIETS ZIJN

KARMA NEMESIS

BEET VAN BEWUSTZIJN