Dat 4

Dit betekent dat de mens, uitgaande van dit allerinnerlijkste beginsel, in staat is zich innerlijk in een voortdurende toestand van vernieuwing te brengen, een toestand die het mysterie van het leven zelf uitdrukt, zonder dat dit zelve door het menselijk brein doorgrond kan worden. Want het menselijk brein is zelf door-grondelijk, d.i. sterfelijk. Het in den beginne echter, waaruit de geest die zichzelf denkt en schept geboren wordt, is slechts in de grootste deemoed en 'ontdaanheid' te naderen. En toch is dit 'in den beginne' in u.
Het is 'dat' waaruit het verlossend woord opstijgt. Zichzelf voort te bewegen als een ononderbroken scheppend zijn, is tegelijk bewust deel te krijgen aan het eeuwig zijnde, aan de levende god die in de mens zijn zetel heeft. Maar de mensen houden voor hem de deur gesloten omdat ze bang voor hem zijn en geloven dat hij een harde meester is. Dat hij met toorn en gramschap komt, of met verwijten of vervolging en wat niet al. Dit is de grootste lastering als men dit denken zou. Onvoorstelbaar is de goedheid en de liefde Gods. Hij is geen opvoeder noch een rechter, maar hij maakt zichzelf zichtbaar in uw verborgen eeuwig gelaat, dat u met nooit eindigende levenszoetheid zult gewaarworden. Dit geluk en deze zegen zijn eenvoudig niet in woorden te benaderen, want alles begint dan op een cliché te gelijken en wat hebben wij daaraan? Ik kan u zelfs niet vertellen hoe een sinaasappel smaakt als u die zelf nog nooit gegeten heeft. Maar ik kan er wel zo over spreken dat iemand zegt: ik wil zo'n vrucht toch eens proeven.

In de zin van al het bovenstaande is het geloof en vertrouwen in uw werkelijk zelf tegelijk het geloof in God. Als een mens God dood verklaart, dan heeft hij zich zelf dood verklaard. Zijn geloof kan niet meer leven en de ziel verarmt en sterft af. God mondt uit in het zelf, in 'dat'. In zijn geloof en vertrouwen in 'dat' heiligt hij 'dat', heeft hij 'dat' lief, ja is het leven zinloos geworden zonder 'dat'. Wat is een mens nog zonder zelfvertrouwen? Dan schept hij de voorwaarde tot machteloosheid, wat een inleiding is tot zelfvernietiging. Hij is een minnaar van de dood geworden, want alleen de dood vernietigt zichzelf in de eeuwige kringloop van het leven. De mens is niet geboren om die zinloze kringloop der vernietiging te dienen, maar deze te doorbreken en deel te krijgen aan het geestelijk leven dat het werkelijk leven is en waarin geen dood, geen angst en geen vernietiging meer heerst.
'Dat' is albezielend en alscheppend, het enig waarachtige waarin de mens behouden is en hij niet door schade kan worden bedreigd.


Barend van der Meer

De uitgesproken woorden:

http://www.megaupload.com/?d=ARWBRH3Z

Reacties

Populaire posts van deze blog

NIETS ZIJN

KARMA NEMESIS

BEET VAN BEWUSTZIJN