weinig arbeiders 1

Jezus zeide: De oogst weliswaar is groot, maar de arbeiders zijn weinigen; maar bidt de Heer dat hij arbeiders zal zenden tot de oogst.

Soms maakt het de indruk dat de hele wereld vol arbeiders is. Alsof de geestelijke staat een ambtenarenstaat is met vele aangestelden. Er zijn vele bedienaren van het woord en gedurende het leven van de mens beijveren zij zich zeer hem bij te staan in zijn moeilijkheden. Dit bijstaan begint dikwijls al bij de geboorte en eindigt met de dood. En dat zal in 'Jezus' tijd ook wel zo geweest zijn, al waren er toen lang niet zoveel mensen.
Toch maakt het de indruk, dat Jezus hier geen bedienen van het woord noch van de godheid bedoelt. Hij spreekt slechts over arbeiders, en dat klinkt heel eenvoudig. Iemand die iets, al is het maar zeer weinig, van de Geestelijke zuurdesem heeft herkend, omdat hij de werking ervan diep in zijn ziel heeft ervaren, is tegelijk vervuld geworden van een wonderdoende dynamische kracht, een innerlijk vermogen, alsof hij deel heeft aan 'de oogst' van een nooit opdrogende Bron.

En deze kracht verschijnt hem altijd weer, ook in de moeilijkste ogenblikken van zijn leven, en draagt hem door de hoogste zeeën. Dit heeft niets te maken met bepaalde dogma's en leerstellingen, hoe nuttig deze in zekere geloofssystemen ook mogen zijn. Het 'geloof' als een innerlijke levensbegaafdheid, die hij heeft gewild en herkend, leidt tot een heel andere vorm van werken, zonder dat hij daarmede zijn medemensen op zo'n vreemde en ongevraagde wijze lastig valt.
Natuurlijk, wanneer iemand zich verdrinken wil, zal een ieder dat met 'geweld' belemmeren om hem van zijn krankzinnige daad af te houden. Er leeft een onuitroeibaar instinct in de mens, een verborgen waarschuwing, dat het nooit en nooit juist kan zijn zich het leven te benemen. Wat doen de mensen al niet om hun naasten daarvan te weerhouden en hoezeer is men ervan doordrongen, dat een mens die tot zelfmoord geneigd is, gekweld wordt door een krankzinnige angst, dat hij doen zal wat hij naar zijn innige wezen niet wil.

Maar we weten maar al te goed dat hier iedere vorm van dwang uit den boze is. Mijn hemel, je kunt de quasi volwassen grote mensen toch niet nalopen met een lepel levertraan, omdat het zo goed voor ze is en daarbij alsof het baby's waren de mond met geweld opensperren!
Maar wel blijkt hoe en hoe dringend noodzakelijk het is, dat een mens deel krijgt aan het verlossend leven. Niet in de zin van 'horen zeggen', maar als de ervaring van een bevrijdende, zegenende en gelukkig makende kracht, al weet hij daar in het begin helemaal geen raad mee. Want wie weet nu raad met dat nieuwe frisse, geheel andere, dat opene, klare en heldere, dat niet te noemen verrukkende, al-barmhartige en zeer innig schone en verlichtende, dat het kenmerk is van het geestelijk leven en in de sterkste tegenstelling staat tot alle leed, duisternis, wanhoop en verstoptheid.
Er zijn weinig arbeiders en het betekent dat weinig mensen zich zelf tot die weg uitverkiezen om daardoor op de meest natuurlijke en ongedwongen wijze een levend mens te worden, voor wie niet een bepaald voorschrift van werken geldt omdat zijn leven zelf wordt tot een positieve werkzame instelling, die toeneemt naarmate hij de kracht vergaart om het dagelijkse leven - in gevoelen, denken en doen - in overeenstemming te brengen met zijn instelling.


Barend van der Meer

De uitgesproken woorden:

http://www.megaupload.com/?d=7CJAEUCJ

Reacties

Populaire posts van deze blog

NIETS ZIJN

KARMA NEMESIS

BEET VAN BEWUSTZIJN