weinig arbeiders 2

En het is hopeloos ellendig te moeten denken dat zo velen een afkeer hebben van die innerlijkheid, ja, dat ze bij het woord al terugschrikken en ervan gruwen. Natuurlijk is het hun goed recht, maar het betekent tevens dat het hun goed recht is na de dood een toestand van bewustzijn te moeten beleven waarin gedurende lange tijden spijt en wroeging de overhand houdt, doordat zij in het aardse leven de wijngaard niet gezocht hebben en dus geen deel gekregen hebben aan de innerlijk verlossende instantie.
Dit is geen straf voor ongehoorzaamheid of iets dergelijks; het is eenvoudig het gevolg van het geborneerde, eigenwijze en stompzinnige, dat als atmosfeer en krachtenmilieu werd gehuldigd hetgeen de verdorring en verkommering veroorzaakte van het zieleleven dat ten dode toe werd ontkend. Natuurlijk is het hier niet het uiterlijk gewaad dat de doorslag geeft, noch de graad van geleerdheid die een mens zich in deze zaken heeft trachten eigen te maken. Als de mens door de poort van de dood gaat, verliest hij iedere graad en zijn trots en ijdel gedrag gedurende het leven, hoe imponerend voor de goegemeente dan ook, is geen snars meer waard.

Het ligt voor de hand dat die ijdelheid na de dood de vrijheid heeft tot een opgeblazen lichaam der zelfingenomenheid op te zwellen, zodat deze gewichtloze geesten zich hoogmoedig afkeren van hen die de glimlach kennen der totale ontdaanheid. Zij bestaan nog lang voort in de zelfverguldheid waarin niets van werkelijk goud is te bespeuren en die dan ook in de loop der tijden zal vergaan, zodat er slechts een klein en bijna ongevleugeld zieltje overblijft.
Waarom kiest een mens die krachten en omhullingen waarvan hij weet dat ze een einde zullen nemen, al werden ze gedurende het leven op de wereld met alle hartstocht en angst in stand gehouden? Vele mensen zullen dit niet aangenaam vinden om te horen. Er is niet enig geweld in en niemand behoeft het zich aan te trekken. Maar een ieder die de moed zal hebben zijn ogen te openen - en dit is een gevolg van rijpheid - zal het leren waarnemen. Zo zal de ziel, wil zij de hogere verrukkingen en vreugden beleven, tegelijkertijd de gave leren bezitten de donkerder gebieden in ogenschouw te nemen. En er is evenveel kracht nodig de misère hiervan te dragen, als torser van het licht des levens te zijn. Want de mens zou leren in iedere staat, hetzij hel of hemel, zichzelf te zijn. Dat is nu eenmaal een goddelijk voorrecht.

Het is echter volslagen onbegrijpelijk dat er zo weinig mensen zijn die van dit voorrecht gebruik willen maken. Waarom dit zo is, zal wel komen door de verduisterende macht van de weerstrever, die in ieder mensenkind zijn domein heeft. En wij zoeken het antwoord in de angst, die eens de ziel in de schaduw dreef, toen zij zich afscheidde van haar oorsprong en dit zelf verkoos te doen. En evenals de angst iets niet is, evenzeer is de zich toegeëigende afscheiding een waan, die de eerste oorzaak was van een schijnbaar eindeloze reeks van waanbesluiten, alle door angst begeleid, angst die in het dagelijks leven toch ook een slechte raadgeefster is. Tot eindelijk na al die slaap en verblinding een weinig licht begon te dagen dat niettemin in overdadige hoeveelheid als het stuifmeel der bloemen over de mensheid werd uitgestort.


Barend van der Meer

De uitgesproken woorden:

http://www.megaupload.com/?d=RQIU1HAO

Reacties

Populaire posts van deze blog

NIETS ZIJN

KARMA NEMESIS

BEET VAN BEWUSTZIJN