engelen 1

Jezus zeide: De engelen zullen komen tot u en de profeten en zij zullen u het uwe geven. En gij eveneens, geef hun wat in uw hand is, en zeg tot u zelf: 'Op welke dag zullen zij komen en het hunne ontvangen?'


Er zijn engelen. Er zijn hele scharen. Zij zullen komen tot de discipelen en de profeten en zij zullen hen het hunne geven. Hun zal geschonken worden wat hun altijd heeft toebehoord en waarover zij wederom de beschikking krijgen. Zij wisten immers niet meer dat het hun toebehoorde. Ze waren het vergeten en hadden hun deel laten liggen.
Nu komen de engelen en zij brengen het aan allen, die discipelen des Heren willen zijn. En discipelen zijn zij, die onvoorwaardelijk leren gehoorzamen aan de krachten die der engelen zijn en deze willen dienen. Is het niet, dat ge om iets te dienen, d.i. om dienaar te kunnen zijn, het werk geheel in uw macht en tot uw beschikking moet hebben? Om werkelijk dienaar te zijn, moet men meester kunnen zijn.

Ik houd niet van het woord meester alleen. Want de meester is, indien hij het is, ogenblikkelijk dienaar. Meesterschap in het dienen is ook ergens voor dienen, ergens voor deugen. Ga niet uitzoeken waarvoor. Waarvoor wij dienen ligt voor de hand, elk ogenblik. Niet zo dat u in het ene ogenblik uw keurige jas aanhebt om te dienen en in het andere in uw overhemd zit om niet te dienen. Het doet er niet toe waarmede ge bekleed zijt. Ieder ogenblik zal de mens zich zijn levenskunst verwerven als de grootste kunst en daardoor zal hij dienaar zijn. Zelfs de violist als kunstenaar dient zijn instrument. Wat zou hij zonder instrument zijn? Maar hij bedient het ook. Wie is de meester, wie is de dienaar? Waar de ene is, is direct de andere gegeven.

En de engelen zullen komen. Kon ik ze u maar beschrijven, de lichte, gevleugelde scharen, vol glans en zilveren en gouden heerlijkheid. Zij komen allen om het uwe aan te brengen, zij dalen naar u neder en stijgen om u opwaarts en het is een komen en gaan in uw leven. Zij schenken innige, innerlijke krachten uit de hoogten en de diepten van uw eigen ziel en ge kunt het niet geloven. Want ge gevoelt het nog niet en daarom is het nog geen werkelijkheid voor u.
Herinnert u zich het woord dat geen oog heeft gezien en geen oor heeft gehoord de dingen, die God heeft weggelegd voor hen die Hem liefhebben? Kunt u een weinig geloven wat voor u weggelegd is? Dan moet ge niet omkijken naar wat geweest is, ge moet zien dat ge u zelf opent en ge zult ontdekken welk een wonderlijk lichten er is in de menselijke ziel, uw eigen ziel.


Barend van der Meer

De uitgesproken woorden:

http://www.megaupload.com/?d=LIQS7L4L

Reacties

Populaire posts van deze blog

NIETS ZIJN

KARMA NEMESIS

BEET VAN BEWUSTZIJN