engelen 2

Ik spreek daarover vrijmoedig, ofschoon er vele mensen zijn die dit helemaal niet willen en volstrekt ontkennen en die er zelfs boos om worden. Zij weten u te verzekeren dat uit het menselijk hart niets dan slechtheid en angsten opwellen. Dat de hel er is en de duivels en dat de engelen er donker zijn, dat het rustverstoorders zijn en helemaal geen lichtbrengers.
Zij weten niet wat er in hun eigen gemoed huist en hebben niet werkelijk het geloof dat ditzelfde gemoed dat zij soms vervloeken, omdat het zoveel leed en teleurstelling verbergt, maar een weerschijn, een weerspiegeling is van de dingen die ze zelf denken en door hun zinnen tot zich laten spreken of die ze stelselmatig zelf voeden en gestalte geven door hun wantrouwen en kwaaddunkendheid. Men weet in vele gevallen niet dat er in de ziel regionen zijn van ontelbare, werkelijk ontelbare lichtkrachten, zielekrachten die tot het geestelijk leven behoren en waar de schoonste harmonieën en ordeningen van licht en kracht en majesteitelijke vreugden uit voortkomen en tot de mens gevoerd worden.

Natuurlijk kan men daar de mensen niet mee aankomen. Zij zeggen op zijn minst: je bent zot. Maar het doet er niets van af, dat het waar is en van een wonderbaarlijke werkelijkheid; we zullen alle lyriek achterwege laten en zeggen dat het rijk der ziel, dat ieder kan ontdekken, wanneer hij de zone van zijn belangen doorbreekt, uit miljarden lichtkrachten bestaat, die stralender zijn, naarmate de mens zelf deze gewaarwordingen van licht kan verdragen.
Als de ogen der ziel een weinig opengaan, is het zeer wijs van onze innerlijke moeder natuur dat zij door de spleetjes niet teveel licht doorlaat, omdat de structuur van ons 'oog' er niet voldoende rijp voor is. Het werkelijke licht der ziel, dat zijn bron vindt in het ware Zelf dat uit God is, is door mensenogen eenvoudig niet te verdragen. We kunnen toch ook niet recht in de zon zien zonder grote beschadigingen teweeg te brengen? Misschien is dit ook een van de redenen, dat voorzichtigheid en zwijgen geboden zijn op de innerlijke weg.

Er is een uitspraak die luidt: zo ge bidt, bidt dan om vleugels. Het wil zeggen dat ge door in diepe meditatie of gebed verzonken te zijn, u richten moet op de 'gevleugelde' lichtkrachten, die zo talrijk in u aanwezig zijn. Maar het is niet zo, dat ge het maar voor het zeggen hebt. Ge kunt ze niet gebieden. Toch, als u in de winterse dagen bezig bent voor de vogels voedsel uit te strooien, dan trekt dat de gevederde vriendjes aan en als ze hun schroom hebben overwonnen, komen ze van alle kanten opzetten.
Zo is het met de engelen. Zij komen tot u als u met werken bezig bent die u met geheel uw hart en geheel uw ziel doet. U trekt ze aan, en het is te begrijpen, dat zoiets gebeuren zal als er een soortgelijke instelling aanwezig is tav uw eigen werken. Er is een werken dat grote opgewektheid verleent, waardoor als vanzelf de weg geopend wordt tot nog grotere vreugde, al naargelang u zichzelf er meer in geven kunt.


Barend van der Meer

De uitgesproken woorden:

http://www.megaupload.com/?d=CUVBTV0J

Reacties

Populaire posts van deze blog

HET PAD

eigenwilligheid en de Wil

MYSTIEKE WEDERGEBOORTE