zacht en mild afsluiting
In Mij is geen bezorgdheid, geen angsten drijven, geen machtslust, geen dwingelandij tot in de verste nageslachten. In Mij is geen drang naar voortzetting, naar trouw aan het eens gestelde. Mij is niet gesteld. Mij is te allen tijde, overal. In Mij is het Ene, Mij is het ene. Het breekt door het ogenblik. Het is eeuwigheid.
Wilt ge de mens prijzen? Wilt ge zeggen dat hij zo sterk is en zo flink en zulke hoge torens kan bouwen? Wilt ge hem roemen om zijn werkkracht, zijn genie, zijn hoge vlucht, zijn computers, zijn wonderbaarlijke techniek, zijn moed en zijn verdelgingsmiddelen en last not lest zijn armzaligheid?
O ja, Ik heeft het Ik in de mens lief, het kan niet anders, ondanks alles. Ondanks de hulde die de mens betuigt aan de Prins der Aarde. Zonder hem, zo zegt de mens, kan ik hier immers geen seconde langer leven. Doe het. Doe het gerust. Maar ook de Prins der Aarde moet Mij erkennen, al doet hij het niet en zich onderwerpen aan Mij, al kent hij Mij niet. Nee, de Prins dezer wereld heeft geen oog voor Mij en daarom kan hij Mij niet zien. Had hij dat oog, zo zou hij de Prins dezer wereld niet zijn.
Hij laat zich gaarne als een god aanbidden. Hij laat gaarne een voorstelling van zich maken, hoe ongerijmd ook. Voor hem is er geen god dan hij. Voor hem is er geen Mij. Want Mij is de zoon van de levende God in de mens. In ieder mens is die staat in alle eenvoud en innigheid en warmte des harten. Mij is licht en kracht en licht en vreugde en vrede en liefde en goedheid en onbegrijpelijk vertrouwen en toegewend zijn in een niet te omschrijven glans en glimlachen. Mij is het die rust schenkt, omdat hij de innigste vrede zelf is. 'De rustende as van het wentelend wereldwiel'.
Niet te koop, niet te misleiden, niet te bereiken langs uitgerekende wegen en ook niet na te jagen alsof het een wild zwijn was of een vlinder. Mij bezit niets en is tegelijk de grondtoon van al het bestaande. Onsterfelijk, eeuwig, zonder begin of einde. En de mens blijft maar zeggen, dat hij niet de mildheid kent van het Ik, niet de vrede-adem, niet de onvergelijkelijke rust en het 'in de mensen een welbehagen'.
Wilt ge Mij vinden, begin er dan in te geloven en begin Mij te willen. Te willen en erin te geloven. Maak het kleine ik nog kleiner, zó dat ge het tenslotte verliest en er zo min mogelijk van over blijft, als ge uw omhulsel eens af gaat leggen. Verlies uw ik-leven, uw belangen, uw bezit, uw hobbies, uw macht, uw aanzien, uw verschijnen, uw rusteloosheid, uw ziekten, uw lichaam, uw zuchten, uw kwellingen en begeerten. Verlies ze, leer uw lichaam verlaten, want u bent niet uw lichaam. En vind Mij die nooit een 'andere' worden kan.
Barend van der Meer
De uitgesproken woorden:
http://www.megaupload.com/?d=5FANIKII
Wilt ge de mens prijzen? Wilt ge zeggen dat hij zo sterk is en zo flink en zulke hoge torens kan bouwen? Wilt ge hem roemen om zijn werkkracht, zijn genie, zijn hoge vlucht, zijn computers, zijn wonderbaarlijke techniek, zijn moed en zijn verdelgingsmiddelen en last not lest zijn armzaligheid?
O ja, Ik heeft het Ik in de mens lief, het kan niet anders, ondanks alles. Ondanks de hulde die de mens betuigt aan de Prins der Aarde. Zonder hem, zo zegt de mens, kan ik hier immers geen seconde langer leven. Doe het. Doe het gerust. Maar ook de Prins der Aarde moet Mij erkennen, al doet hij het niet en zich onderwerpen aan Mij, al kent hij Mij niet. Nee, de Prins dezer wereld heeft geen oog voor Mij en daarom kan hij Mij niet zien. Had hij dat oog, zo zou hij de Prins dezer wereld niet zijn.
Hij laat zich gaarne als een god aanbidden. Hij laat gaarne een voorstelling van zich maken, hoe ongerijmd ook. Voor hem is er geen god dan hij. Voor hem is er geen Mij. Want Mij is de zoon van de levende God in de mens. In ieder mens is die staat in alle eenvoud en innigheid en warmte des harten. Mij is licht en kracht en licht en vreugde en vrede en liefde en goedheid en onbegrijpelijk vertrouwen en toegewend zijn in een niet te omschrijven glans en glimlachen. Mij is het die rust schenkt, omdat hij de innigste vrede zelf is. 'De rustende as van het wentelend wereldwiel'.
Niet te koop, niet te misleiden, niet te bereiken langs uitgerekende wegen en ook niet na te jagen alsof het een wild zwijn was of een vlinder. Mij bezit niets en is tegelijk de grondtoon van al het bestaande. Onsterfelijk, eeuwig, zonder begin of einde. En de mens blijft maar zeggen, dat hij niet de mildheid kent van het Ik, niet de vrede-adem, niet de onvergelijkelijke rust en het 'in de mensen een welbehagen'.
Wilt ge Mij vinden, begin er dan in te geloven en begin Mij te willen. Te willen en erin te geloven. Maak het kleine ik nog kleiner, zó dat ge het tenslotte verliest en er zo min mogelijk van over blijft, als ge uw omhulsel eens af gaat leggen. Verlies uw ik-leven, uw belangen, uw bezit, uw hobbies, uw macht, uw aanzien, uw verschijnen, uw rusteloosheid, uw ziekten, uw lichaam, uw zuchten, uw kwellingen en begeerten. Verlies ze, leer uw lichaam verlaten, want u bent niet uw lichaam. En vind Mij die nooit een 'andere' worden kan.
Barend van der Meer
De uitgesproken woorden:
http://www.megaupload.com/?d=5FANIKII
Reacties