bruidegom en bruidsvertrek afsluiting

Het beginsel van het ware Zelf ligt diep in het onderbewuste verborgen. Hoewel het steeds als zodanig werkzaam is en en zich doet kennen als een ware autonomie van de ziel, beantwoordt de voltrekking ervan in de zelfbelevenis niet aan voorgeschreven wetten. Evenals een bloem zich ontplooit volgens de eigen natuurnoodwendigheid, volgt de bewustwording van het zelf de oer-eigen wet der zelfbestemming.
Deze zelfbestemming ligt aan ieder mens ten grondslag. Hij spreekt over de stem van zijn geweten of zijn intuïtie, of schrijft de zelfingeving toe aan machten buiten hem; hoe dan ook, naarmate hij voortgaat op die innerlijke weg, zal hij al deze wetmatigheden ervaren in een zelfbelevenis, die de kwaliteiten oplevert van het Zelf-zijn. Deze beleving is de uitdrukking van een wetmatigheid in hogere zin, zoals die wel als een nieuwe geboorte wordt voorgesteld, die het gevolg is van 'de bruiloft'.

Deze ervaring is revolutionair, gelijk een doorbraak in de menselijke verschijningen en tegelijkertijd in de structuur der ziel. Daarom ook wordt de weg een moedige genoemd, waarvoor èn het denken èn het gevoelsleven getraind moeten zijn, omdat dit baringsproces zijn bijzondere weeën medebrengt. De voorbereiding ertoe moet een zeer geduldige en vertrouwensvolle zijn, omdat iedere geforceerdheid schade zou kunnen toebrengen aan het denken en in het bijzonder aan de ziel. Er kan nooit sprake zijn van enige dwangmatigheid. Immers het gehele proces berust op een liefdevolle instelling, zoals die tussen de man en de vrouw mogelijk is. Het voltrekt zich zeer doeltreffend, wanneer eerzucht of ongeduld geheel is uitgesloten.

Ogenschijnlijk heeft de vereniging van het onverenigbare plaats. Water en vuur, hemel en aarde, dag en nacht, goed en kwaad en hoe men ook over de tegenstellingen wenst te spreken, zij worden altijd afzonderlijk gezien als onverenigbaar. Voor de mens echter is in 'het bruidsvertrek' de onuitgesproken mogelijkheid van de belevenis van het grote woordloze geheim geopenbaard.
Er is een Indische voorstelling, waarin man en vrouw worden gekarakteriseerd als veelvermogend door wederzijds begiftigd te zijn met vier zich uitstrekkende armen en handen, die zich in zittende houding, vis à vis, naar elkander ter omhelzing uitstrekken. Uit hun ledematen stromen vuur en water tot elkander die zich in het paar zodanig verenigen, dat men moeilijk kan zien wat nog vuur en wat nog water is. Jezus zei met water en de heilige geest te dopen; en is deze laatste ook niet voorgesteld door het vuur?


Barend van der Meer

De uitgesproken woorden

Reacties

Populaire posts van deze blog

de golf en de oceaan

NIETS ZIJN

KARMA NEMESIS