erfelijkheid en meer afsluiting

Ja, wanneer iemand de moed zou opbrengen dit geloof en de wil tot die bestemming een eerste plaats in zijn leven te geven, dan krijgt hij alles wat zich voor het dagelijkse brood alleen, of in de eerste plaats, ingezet heeft, min of meer tegen zich. Niet alleen in de wereld, maar ook in zijn eigen lichaam. Zijn 'komaf' in aardse zin is daar nl helemaal niet van gediend. Daaruit ontstaan de grootste levensconflicten en het is aan het bijzondere vermogen, dat een mens zich gekozen heeft, te danken, dat hij deze conflicten in zich zal weten op te lossen. Ondanks de overheersing der aardemachten is het dan zijn geest, die zich daarvan weet los te maken, zodat hij gedurende het aardse leven reeds de wereld kan leren kennen die boven zijn zinnelijkheden uit is.
Er zijn aan genoemde uitspraak ook verder merkwaardige gevolgtrekkingen te overwegen. Zij verstoort nl de idylle, dat de mens die alleen het gevolg is van de geslachtsdaad, als animale lichamelijkheid een schepping Gods zou wezen. Men duidt toch immers niet de voortplantingsdaad, en dus ook niet het gevolg ervan, als goddelijk?

De zoon van een hoer genoemd te worden, is lasterlijk en we kunnen niet veronderstellen, dat de mens in deze daad God zou lasteren. We moeten dus de geboorte van de mens, of liever zijn lichaam, voor eigen rekening nemen en indien dit verschijnsel wordt begeleid door een animaal onbekende factor, die aan het mensenleven een oer-eigen karakter verleent, is er sprake van een geheel andere macht, die met het lichaam, wat zijn ontstaan betreft, niets heeft uit te staan.
Die andere macht waarin onze ware afkomst en blijvende oorsprong ligt, is God, en Zijn schepping is goddelijk en niet vergankelijk. Zodra een mens ontdekt, dat in zijn vergankelijkheid een onvergankelijke gestalte woont die de tijd trotseert, is hij geen produkt meer van de tijd en onmiskenbaar te onderscheiden van al het vergankelijke bestaan, alle erfelijkheden en voorouders. Kortom dan is hij wat Paulus de tweede mens noemt, als hij zegt: De eerste mens komt uit de aarde, de tweede uit de hemel.

Daarmede is ook gezegd, dat de aarde geen schepping Gods is. Dat maken de mensen er maar van. Het heelal vertegenwoordigt nu eenmaal niet een harmonische schepping. Trouwens wat betekent harmonie? De mens wil alles harmonisch hebben. Waarom eigenlijk? Is hij boos om het feit, dat er miljoenen melkwegen zijn? Dat iedere melkweg een baarmoeder van nieuwe zonnestelsels genoemd kan worden? Dat de melkwegbarensweeën gepaard gaan met niet te omvatten cataracten van geweld, kosmische explosies en oer-verbrijzelingen van een zo gigantische dynamiek, dat het aanschouwen alleen al de mens totaal van de kaart veegt als verschijning in de chaos.
En dat dergelijke dingen ook in zijn eigen lichaam gebeuren, wanneer er een onverhoedse afbraak plaats heeft die de weefsels kastijdt en vernietigt. Want in het oneindig grote herhaalt zich het oneindig kleine.

Zeker, wij mensen zijn op harmonie en ons gemak gesteld en we houden niet van de rommel van een kerkhof of het slagveld. In beide gevallen zijn wij geneigd het met bloemen te zeggen. Wel, dat hij hiervan houdt is het gevolg van een verbinding, die hij heeft verwaarloosd. God is werkzaam in hem en zegt hem dit soms aan, ofschoon hij zich zo doof houdt als een kwartel.
Het is juist krachtens onze niet-aardse afkomst dat wij in staat zijn het 'hoerige' in een liefdedaad op te heffen. Want hoe we het ook bezien, we zijn geen natuurprodukt, anders waren we niet in staat lief te hebben en het aards-gezinde in die liefde te vergeten en ook in de liefde geen angst te hebben voor al die patriarchale en matriarchale overheersingen en bemoeizuchtigheden.


Barend van der Meer

De uitgesproken woorden

Reacties

Populaire posts van deze blog

HET PAD

eigenwilligheid en de Wil

MYSTIEKE WEDERGEBOORTE