de wil Gods 1
De discipelen zeiden tot hem: Uw broers en uw moeder staan buiten. Hij zeide tot hen: Deze hier welke de wil mijns vaders doen, dat zijn mijn broers en mijn moeder. Zij zijn het die zullen ingaan tot het Koninkrijk van mijn Vader.
Dit is van een verbazingwekkende konsekwentie. Het betekent natuurlijk niet dat men zijn ouders, broeders en zusters, vrouw en kinderen in de steek zal laten en niet meer naar ze omziet.
Dat zou een onzinnige gevolgtrekking zijn. Toch schijnt het bij alle groten in de geest voor te komen, dat naar de familie niet verder omgekeken wordt, omdat het geestelijk leven belangrijker is. Zoiets is gewoon absurd. Het geestelijk leven is niet belangrijker, maar eenvoudig geheel anders. Het is anders dan wat men het dagelijkse leven noemt.
Indien men het innerlijk leven kent, wat Jezus het koninkrijk noemt, dan ontdekt men dat er geen enkele gebondenheid heerst, geen enkel gezag dan het innerlijk gezag, geen andere wet dan de wet van de geest. Er is eenvoudig geen sprake van dat bloedverwantschap of bodeminvloed ook maar enige zeggingschap of macht hebben in het innerlijk leven. Daarom werkt het op alle familie-aangelegenheden zo teleurstellend, want deze aangelegenheden brengen alle hun vanzelfsprekende eisen met zich mee. Wanneer aan deze plichten en eisen ruimschoots voldaan wordt, blijft er niettemin een eigenaardige leegte achter voor allen, die het innerlijke leven niet kennen. Niet omdat het geen enkele vorm van bemoeizucht en macht verdraagt. Maar omdat macht en bemoeizucht op de kwaliteit ervan, de onzegbare vrijheid, die erin heerst, het licht en de vreugde, die het voor de mens oplevert, niet van de minste invloed is.
In de bloedverwantschap heerst een eigenaardige onderwaardering voor het leven van de geest. Daarin is alleen maar sprake van bindende gevoelens, die zich gepasseerd weten en soms een eigenaardige vorm van onmacht en ergernis teweegbrengen, wat heel goed te begrijpen is. Het kenmerk van innerlijk leven is tegenwoordigheid van geest, een zachtmoedige onverstoorbaarheid, een milde humor en de afwezigheid van iedere agressie. Het zal zich nooit opdringen en kan alleen maar werkzaam zijn uit een innerlijke verwantschap, die met de banden van het bloed niets te maken heeft.
Wel met zeer zachte en niettemin sterke innerlijke gevoelens, die in die verwantschap aan elkander parallel kunnen lopen, trillingen, vibraties, die van de geestelijke kwaliteit uitgaan, maar die nooit bindend zijn en zich wederkerig aan elkander mededelen in rijke gewaarwordingen en daaruit voortkomende werkingen en uitingen, die het wederzijdse leven oneindig kunnen verrijken.
Naarmate de innig menselijke gevoelens dieper zijn en stiller, komt de mens meer in de nabijheid van Gods wil. Gods wil is niet als een bevel waarin de mens een taak opgelegd wordt, of waarin men zich verbeeldt uitverkoren te zijn voor het verspreiden van een bepaalde boodschap. In de allerinnerlijkste lichtwerkingen van de ziel verbeeldt de mens zich niets meer, maar voldoet hij eenvoudig aan de nieuwe, de altijd zich vernieuwende werkelijkheid, die zich aan hem meedeelt.
Barend van der Meer
De uitgesproken woorden:
Dit is van een verbazingwekkende konsekwentie. Het betekent natuurlijk niet dat men zijn ouders, broeders en zusters, vrouw en kinderen in de steek zal laten en niet meer naar ze omziet.
Dat zou een onzinnige gevolgtrekking zijn. Toch schijnt het bij alle groten in de geest voor te komen, dat naar de familie niet verder omgekeken wordt, omdat het geestelijk leven belangrijker is. Zoiets is gewoon absurd. Het geestelijk leven is niet belangrijker, maar eenvoudig geheel anders. Het is anders dan wat men het dagelijkse leven noemt.
Indien men het innerlijk leven kent, wat Jezus het koninkrijk noemt, dan ontdekt men dat er geen enkele gebondenheid heerst, geen enkel gezag dan het innerlijk gezag, geen andere wet dan de wet van de geest. Er is eenvoudig geen sprake van dat bloedverwantschap of bodeminvloed ook maar enige zeggingschap of macht hebben in het innerlijk leven. Daarom werkt het op alle familie-aangelegenheden zo teleurstellend, want deze aangelegenheden brengen alle hun vanzelfsprekende eisen met zich mee. Wanneer aan deze plichten en eisen ruimschoots voldaan wordt, blijft er niettemin een eigenaardige leegte achter voor allen, die het innerlijke leven niet kennen. Niet omdat het geen enkele vorm van bemoeizucht en macht verdraagt. Maar omdat macht en bemoeizucht op de kwaliteit ervan, de onzegbare vrijheid, die erin heerst, het licht en de vreugde, die het voor de mens oplevert, niet van de minste invloed is.
In de bloedverwantschap heerst een eigenaardige onderwaardering voor het leven van de geest. Daarin is alleen maar sprake van bindende gevoelens, die zich gepasseerd weten en soms een eigenaardige vorm van onmacht en ergernis teweegbrengen, wat heel goed te begrijpen is. Het kenmerk van innerlijk leven is tegenwoordigheid van geest, een zachtmoedige onverstoorbaarheid, een milde humor en de afwezigheid van iedere agressie. Het zal zich nooit opdringen en kan alleen maar werkzaam zijn uit een innerlijke verwantschap, die met de banden van het bloed niets te maken heeft.
Wel met zeer zachte en niettemin sterke innerlijke gevoelens, die in die verwantschap aan elkander parallel kunnen lopen, trillingen, vibraties, die van de geestelijke kwaliteit uitgaan, maar die nooit bindend zijn en zich wederkerig aan elkander mededelen in rijke gewaarwordingen en daaruit voortkomende werkingen en uitingen, die het wederzijdse leven oneindig kunnen verrijken.
Naarmate de innig menselijke gevoelens dieper zijn en stiller, komt de mens meer in de nabijheid van Gods wil. Gods wil is niet als een bevel waarin de mens een taak opgelegd wordt, of waarin men zich verbeeldt uitverkoren te zijn voor het verspreiden van een bepaalde boodschap. In de allerinnerlijkste lichtwerkingen van de ziel verbeeldt de mens zich niets meer, maar voldoet hij eenvoudig aan de nieuwe, de altijd zich vernieuwende werkelijkheid, die zich aan hem meedeelt.
Barend van der Meer
De uitgesproken woorden:
Reacties