het zwaard afsluiting
Hij moet hem wel doden, de man. Hij moet hem zelfs totaal vernietigen en niets meer, zelfs geen herinnering, van hem overlaten. Hij die het koninkrijk wil zijn in de gelijkenis, heeft deze goddelijke kracht altijd achter zich, als hij zich opmaakt tot vernietiging van de ijdele waan, die in hem zelf heerst en die zoveel in de wereld te zeggen heeft. Want de machtige is toch eigenlijk tov het koninkrijk der waarheid een arme karikatuur. Daar is niets mee te vergelijken. Het koninkrijk is van een onaantastbare majesteit.
Voor de machtige bestaat het helemaal niet. Hij ziet het niet en hij zal altijd verstoken blijven van zijn licht en openheid. Hij behoort tot het vergankelijke leven en hij heeft zo'n haat aan het onvergankelijke, omdat hij daartegenover volkomen machteloos staat. Dit wordt ook in de wereld bewezen. De wereld is toch doortrokken van de zuurdesem Gods. Dat is het behoud der wereld. Zij die in wereldondergang geloven, hebben altijd gelijk in die zin, dat de wereld steeds bezig is onder te gaan. Maar uit die eeuwige ondergang komt voortdurend in de mens het onaantastbaar heilige weer op, het waarachtige en echte, waardoor hij de taak op zich wil nemen te doden wat zelf de grote doder is. Eigenlijk is het zo dat de machtige zichzelf te pletter loopt tegen de kracht van de man, die zich thuis getraind heeft en zijn hand bij zichzelve en in zichzelve op de proef stelde om zeker te zijn van zijn bijstand en vermogen.
'Huistraining' betekent in dit geval het zwaard in de balk steken van het eigen oog, de enige plaats waar zulk een wapen nuttig is. En volhouden. Als men de tiran, de ingebeelde, de brutale machtsfiguur, de bediller, de mensenbelager en wat voor namen de machtige der wereld ook verder nog hebben moge, in zichzelf grondig heeft verslagen, dan heeft de wereld - in welk aanzicht ook - geen macht meer. Dan is de machtige gedood, dwz geheel ondergeschikt, en dient men medelijden te hebben als hij aankomt met folterwerktuigen, bedreigingen en vrijheidsberovingen.
Dan komt de man het Koninkrijk van de Vader te stade, het rijk van de lach en de vreugde, van de blijheid en de onbezorgdheid, het koninkrijk van het geluk en de onverstoorbaarheid, waar geen laster kan binnendringen, geen kwatong een vuil blad kan laten waaien, en waar de eksters en kraaien geen gelegenheid krijgen de blankheid des hemels te bezoedelen. Dan is het tijd om de machtige tot in alle vergetelheid te begraven.
Barend van der Meer
De uitgesproken woorden:
http://www.megaupload.com/?d=BAY05EKQ
Voor de machtige bestaat het helemaal niet. Hij ziet het niet en hij zal altijd verstoken blijven van zijn licht en openheid. Hij behoort tot het vergankelijke leven en hij heeft zo'n haat aan het onvergankelijke, omdat hij daartegenover volkomen machteloos staat. Dit wordt ook in de wereld bewezen. De wereld is toch doortrokken van de zuurdesem Gods. Dat is het behoud der wereld. Zij die in wereldondergang geloven, hebben altijd gelijk in die zin, dat de wereld steeds bezig is onder te gaan. Maar uit die eeuwige ondergang komt voortdurend in de mens het onaantastbaar heilige weer op, het waarachtige en echte, waardoor hij de taak op zich wil nemen te doden wat zelf de grote doder is. Eigenlijk is het zo dat de machtige zichzelf te pletter loopt tegen de kracht van de man, die zich thuis getraind heeft en zijn hand bij zichzelve en in zichzelve op de proef stelde om zeker te zijn van zijn bijstand en vermogen.
'Huistraining' betekent in dit geval het zwaard in de balk steken van het eigen oog, de enige plaats waar zulk een wapen nuttig is. En volhouden. Als men de tiran, de ingebeelde, de brutale machtsfiguur, de bediller, de mensenbelager en wat voor namen de machtige der wereld ook verder nog hebben moge, in zichzelf grondig heeft verslagen, dan heeft de wereld - in welk aanzicht ook - geen macht meer. Dan is de machtige gedood, dwz geheel ondergeschikt, en dient men medelijden te hebben als hij aankomt met folterwerktuigen, bedreigingen en vrijheidsberovingen.
Dan komt de man het Koninkrijk van de Vader te stade, het rijk van de lach en de vreugde, van de blijheid en de onbezorgdheid, het koninkrijk van het geluk en de onverstoorbaarheid, waar geen laster kan binnendringen, geen kwatong een vuil blad kan laten waaien, en waar de eksters en kraaien geen gelegenheid krijgen de blankheid des hemels te bezoedelen. Dan is het tijd om de machtige tot in alle vergetelheid te begraven.
Barend van der Meer
De uitgesproken woorden:
http://www.megaupload.com/?d=BAY05EKQ
Reacties