de Levende 8
De Levende is meer dan het aardse lichaam. De levende ziel is oneindig veel meer dan de lichamelijke functies en behoeften, die men veel te hoog aanslaat en die men samengebundeld heeft tot een ongeordend driftleven dat men voor het gemak de ziel noemt. Het maakt de indruk van een verborgen boosaardigheid. Alsof ziel alleen maar een 'funktionsergebnis' van het lichaam zou zijn. Maar de eigenlijke, de zelfstandige, de onafhankelijke en autonome ziel van de mens, de levende, negeert men. Haar bloei belacht men en men verklaart die mensen die deze bloei in zich aanschouwd hebben voor stapelgek.
Ook het woord geest dat niemand schijnt te willen begrijpen en dat altijd weer aangeduid wordt met verstand en de gave van het verstand. Dat geest geen denken is, geen functie van het brein, dat het een lichtsubstantie is van een stralende hoedanigheid, schijnt niemand te kunnen of te willen geloven, ofschoon er toch ogenblikken in het leven van een mens zijn dat hij het ondervonden heeft al is hij er niet bij blijven stilstaan. En tenslotte noemt men de Levende de dode mens. Hij die bij het aardse leven al vertrokken is en die men dus hier helemaal niet au sérieux te nemen heeft. Werkelijk de Levende laat het volkomen onberoerd of hij wel of niet au sérieux genomen wordt. Hij is niet te vertroebelen door geen enkele ergernis of smart.
Wat moet de mens nu doen als hij niet voorbij wil gaan aan de Levende? Alleen het levende verenigt zich met de Levende. Moet hij zich niet door zijn eigen verwildering heen slaan? Kan hij niet de moed hebben om al dat rusteloze gedoe de rug toe te keren en om zijn eigen inhouden, de tijdelijke gasten van zijn lichamelijke behuizing te leren kennen en onder de ogen te zien? Wat betekent het, het huis met bezems te keren en het penningske terug te vinden dat de volstrekte voorwaarde voor de dagelijks Levende is. Wat is het dat ge een geloof zou hebben gelijk een mosterdzaadje? Het is nog kleiner dan een mosterdzaadje. Het heeft heel weinig ruimte nodig in uw ziel, dat allerkleinste, 'het zonnestofje' , dat ergens in de mens verborgen ligt te wachten om het deurtje te zijn dat toegang geeft tot het rijk van alle licht.
Gelooft de mens aan zich zelf? Heeft hij iets van zich zelf ontdekt? Iets dat niet aan de Levende voorbij gaat die voor u staat? Hij staat altijd voor u en en ge weet het niet. Hij is er altijd en hij zal zich aan u laten kennen indien ge het werkelijk wilt. Ik hoor het iemand zeggen: ik wil hem vinden al moest ik er mijn leven helemaal voor afbreken. Indien een mens de Levende vindt sterft hij niet meer. Dan onderscheidt hij dat hij een leven van duizend doden heeft geleefd, altijd weer opnieuw, altijd, en eindelijk leert hij kennen wat niet sterven kan.
Barend van der Meer
De uitgesproken woorden:
http://www.megaupload.com/?d=99MU945I
Ook het woord geest dat niemand schijnt te willen begrijpen en dat altijd weer aangeduid wordt met verstand en de gave van het verstand. Dat geest geen denken is, geen functie van het brein, dat het een lichtsubstantie is van een stralende hoedanigheid, schijnt niemand te kunnen of te willen geloven, ofschoon er toch ogenblikken in het leven van een mens zijn dat hij het ondervonden heeft al is hij er niet bij blijven stilstaan. En tenslotte noemt men de Levende de dode mens. Hij die bij het aardse leven al vertrokken is en die men dus hier helemaal niet au sérieux te nemen heeft. Werkelijk de Levende laat het volkomen onberoerd of hij wel of niet au sérieux genomen wordt. Hij is niet te vertroebelen door geen enkele ergernis of smart.
Wat moet de mens nu doen als hij niet voorbij wil gaan aan de Levende? Alleen het levende verenigt zich met de Levende. Moet hij zich niet door zijn eigen verwildering heen slaan? Kan hij niet de moed hebben om al dat rusteloze gedoe de rug toe te keren en om zijn eigen inhouden, de tijdelijke gasten van zijn lichamelijke behuizing te leren kennen en onder de ogen te zien? Wat betekent het, het huis met bezems te keren en het penningske terug te vinden dat de volstrekte voorwaarde voor de dagelijks Levende is. Wat is het dat ge een geloof zou hebben gelijk een mosterdzaadje? Het is nog kleiner dan een mosterdzaadje. Het heeft heel weinig ruimte nodig in uw ziel, dat allerkleinste, 'het zonnestofje' , dat ergens in de mens verborgen ligt te wachten om het deurtje te zijn dat toegang geeft tot het rijk van alle licht.
Gelooft de mens aan zich zelf? Heeft hij iets van zich zelf ontdekt? Iets dat niet aan de Levende voorbij gaat die voor u staat? Hij staat altijd voor u en en ge weet het niet. Hij is er altijd en hij zal zich aan u laten kennen indien ge het werkelijk wilt. Ik hoor het iemand zeggen: ik wil hem vinden al moest ik er mijn leven helemaal voor afbreken. Indien een mens de Levende vindt sterft hij niet meer. Dan onderscheidt hij dat hij een leven van duizend doden heeft geleefd, altijd weer opnieuw, altijd, en eindelijk leert hij kennen wat niet sterven kan.
Barend van der Meer
De uitgesproken woorden:
http://www.megaupload.com/?d=99MU945I
Reacties
lieve warme groet Kagib