de Eeuwige 4

Schoongewassen wordt onze ziel. Gereinigd wordt ons huis en stralend wordt de woning waarin wij leven, de woning van ons lichaam, het kleed dat wij hier op de wereld ronddragen. Voor vele mensen is het kleed meer dan hun leven. Alles wordt kleed. Zij vergissen zich, hoe schoon, hoe waardig en met welk een uiterlijke glans zij zich ook omhangen. Kan men niet aan de huizen van de mensen zien welk een warmte en vriendelijkheid er in die huizen woont? Er zijn woningen waar de hartelijkheid en goedheid van uitstralen en waaruit alle kou en ijzigheid verdwenen is. Wij mensen hebben het penningske verloren en we begrijpen niet dat wij het hele huis met bezemen moeten keren en het helemaal leeg moeten maken om het weer terug te vinden. Als we het dan terug gevonden hebben, gaan we met de hele buurt feesten. Dat is het welbehagen in onze medemensen. Daarom, ontdoe u van binnen van alle aankleding van totnogtoe. Want nieuwe levende mensen zullen allen worden die werkelijk van goede wille zijn. Laten we aldus een nieuwe hemel en een nieuwe aarde maken.

Hij die op de Levende ziet en hem heeft herkend zal de angst voor de dood en daardoor de dood zelf vernietigen. Hij zal met de grootste stelligheid zich bewust worden van het leven dat niet sterven kan omdat het het leven zelf is. Indien dan de tijd gekomen is dat hij deze aarde zal verlaten zal hij zijn aandacht als vanzelf samentrekken in de lichtende kern van het eigen bewustzijn, het individuele bewustzijn dat zijn middelpunt heeft in zijn werkelijke ondeelbaarheid en daardoor zijn onverwoestbaarheid.
Want om dit werkzame en lichtend middelpunt, de geestesvonk, verzamelen zich die lichtkrachten van de ziel die hij in zijn leven heeft voorgestaan en gewild en waarvoor hij zijn strijd heeft gestreden. Daarin ligt het vermogen om 'met Mij te verzamelen en niet te verstrooien.' Hoe meer zielekrachten een mens zich heeft eigen gemaakt des te sterker en blijvender zal zijn innerlijke lichtgestalte worden. Deze krachten zijn alle van een positief en stralend karakter en komen voort uit de oorsprong van alle licht en alle Zijn. Hoe inniger een mens hierin vermag te geloven des te meer kracht zal hij ontvangen, een kracht die hem de overwinning helpt behalen over alle strijd, alle leed en alle duisternis.
Dit te geloven betekent ook het te willen met alle vermogen en innigheid, zoals het willen zelf zijn oorsprong neemt uit de diepten van het gemoed en daar gevoeld wordt als een onweerstaanbare, aldoordringende kracht. Het is verwant aan de kracht van de al-wil, aan het oer-ritme dat aan alle leven als verschijnsel ten grondslag ligt en zijn uitspraak in de mens zoekt om hem te vormen en te bekleden. Het geweld ervan bestaat in geen enkel affect. Het vormt geen tegenstelling en daardoor geen conflicten, maar heeft macht over alle krachten hoe tegenstrijdig deze ook op zich zelve zijn. Daarom gaat deze oer-kracht ver en ver boven de mens uit die er zich door kan laten leiden indien hij zich die kracht bewust wordt.

Barend van der Meer

De uitgesproken woorden:

http://www.megaupload.com/?d=YX77S5WT