onkruid en de oogst afsluiting

Onkruid blijft altijd onkruid. Het verandert niet en de tarwe die hier het zinnebeeld is van de ware spijs verandert ook niet. Het helpt niet om het onkruid te camoufleren of er mooiere namen voor te vinden. Het helpt ook niet of men het veroordeelt. Men kan het niet uitroeien als het opgeschoten is tussen de tarwe. Men moet de oogst afwachten en het betekent dat een mens van tarwe zal gaan houden. Meer dan van onkruid. Dat hij het ene dat goed is en de eigenlijke spijs is, liefheeft. Dat hij er alles voor over heeft en het wil vergaren en verzamelen.

Hij, de mens, houdt van het licht, alleen in de diepste duisternis gelooft hij er niet meer in. Dan zegt hij: er is geen licht, zie maar, alles is duisternis. Hoe kan hij dat onderscheiden zonder licht te kennen. Hij zegt: het leven is een hel, of de wereld is een lijk. Hoe kan hij het weten zonder iets van de hemel te kennen en van het leven dat niet sterven kan?
Kwaad is kwaad en goed is goed. Het kwaad kan nooit goed worden. Als het licht overheerst is er minder plaats voor duisternis. Maar duisternis zal overal en altijd zijn: afwezigheid van licht. Er is niets aan te doen. Onkruid wordt geen goed kruid en omgekeerd. Maar er is goed kruid waaruit het levenselixir wordt bereid. Indien het licht sterker wordt zal er een ogenblik komen dat de duisternis wordt verdreven.

Dat is de dag van het oordeel, van het onderscheid, van het bewustworden waarin onze ogen open gaan. Het is de dag van het vuur waarin het onkruid wordt vernietigd omdat het herkenbaar is. Verontrust u dan niet over het onkruid en wees geduldig. Eens zal het ogenblik aanbreken en de doorbraak geschieden. Dan zal de wereld der duisternis zich scherp onderscheiden van de wereld van het licht. In de wereld der ontbinding is het licht nauwelijks zichtbaar. Het schijnt in de diepste duisternis, in de alverlatenheid van het mensenhart, waarin het 'gevonden worden in verlorenheid' de overwinning schenkt voor altijd.
De tarwe is het goud der ziel, de emanatie Gods in ieder mensenkind, zijn ware Zelf. Het is het goede zaad. Het aardse lichaam is der de omhulling van. Dit moet ophouden steeds maar zich zelf te dienen. Het goede zaad is het eeuwig-goede zaad. Zoals het in de mens gekomen is zo is het ook gebleven. Het leed van de innerlijke duisternis en beperking wordt door dat innerlijke zaad gedragen, altijd. Het is niet geboeid in begrippen, het is niet verslaafd aan meningen, het is willens alle leed te dragen. En daarin ligt de overwinning op de duisternis, het verteren van het onkruid in de vlam van het allerinnerlijkste.

Barend van der Meer

De uitgesproken woorden:

http://www.megaupload.com/?d=ZSIM6HNT

Reacties

Populaire posts van deze blog

HET PAD

eigenwilligheid en de Wil

MYSTIEKE WEDERGEBOORTE